Curaçao

Wanneer zijn we alweer in Curaçao aangekomen? Was het nu 7 weken geleden? Of inmiddels 8? Tijd voor een update !

We vaarden van Bonaire naar Curaçao op 20 juni. We keken even op Klein Curaçao of het mogelijk was om er een nacht te ankeren maar omdat het er zo onrustig lag – heel veel deining – vaarden we meteen door naar Het Spaanse Water. 

Het Spaanse Water is een natuurlijke haven even voor Willemstad van bijna 21 km2 groot.Tijdens het orkaanseizoen in de Caraïben komen veel zeilers hiernaartoe omdat je hier buiten de orkaangordel ligt en je van de verzekering niet in orkaangebied mag blijven tijdens de maanden juni, juli, augustus, september en oktober. Bovendien is het hier in Curaçao niet verkeerd om te verblijven.

De bekendste gekleurde huisjes van Willemstad
De andere gekleurde huizen moeten zeker niet onderdoen qua schoonheid!

Gezien Bart al eventjes serieus last heeft van zijn rug,  gaan we hier naar de dokter. Een Lumbago bevestigt zij, de Nederlanders noemen het Spit, mijn broers noemen het een bungalow in de rug. Feit is dat Bart er stevig van afziet, niet kan liggen, niet kan zitten, niet kan stappen.

Gelukkig hebben we onder onze vrienden zeilers hier ook een fysiotherapeut die in afwachting van onze eerste afspraak bij de kiné de meeste pijn probeert te verlichten (dankjewel Gerco!) De dokter schrijft vrij zware pijnmedicatie voor. Het is duidelijk dat dit rugprobleem opgelost moet zijn voor we verder varen naar Colombia ! Het is in die mate erg dat Bart er zelfs gedurende enkele dagen en pijnlijke nachten over denkt om de boot te verkopen.

Een kwestie van geduld en ook wel discipline en oefeningen doen zegt men. Wel een voordeel dat iedereen hier in Curaçao naast Papiaments Nederlands spreekt! Zelfs de kiné die eigenlijk uit Argentinië afkomstig is…

Het Papiaments is een bijzonder Creools taaltje met woorden uit het Spaans en Portugees en zelfs enkele woorden die oorspronkelijk uit het Nederlands komen. Één van die woorden die hier op het eiland overal gebruikt worden is Dushi.

Een nieuw t shirt voor Bart

In Europa is het not done om zomaar iemand schatje of liefje te noemen. Hier gebeurt het dat in de supermarkt de kassierster of de ober in een restaurant je als Dushi aanspreekt, terwijl dat eigenlijk net dezelfde betekent.  Zowel een man als een vrouw kan Dushi genoemd worden. Maar dat wij een hond hebben die die naam heeft, dat vinden de Antillianen toch ook bijzonder !

Zoals overal onderweg is onze hond de perfecte manier om in contact te komen met de lokale bevolking. Ze vinden hem overal bijzonder mooi, groot en super zacht. De straathonden die hier in grote getale voorkomen zijn inderdaad allemaal kortharig en zien er veel gevaarlijker uit.

Dushi is sinds we hier zijn een echte waterrat geworden en zwemt als we naar het strand gaan zonder ophouden gemakkelijk drie kwartier rondjes rondom ons. Af en toe moeten we hem zelfs terugroepen omdat hij hoe langer hoe verder de zee ingaat. Zo mooi om zien!

We kwamen op het strand al twee keer dezelfde jongen tegen met … Jawel een bruine bordercollie. Bovendien is de eigenaar ook Belgisch. Zo in het water is het soms even twijfelen welke van de twee onze hond is.

We worden op het Spaanse Water meteen opgenomen in de lokale en zeer levendige zeil-community. Er wordt hier door enkele zeer ondernemende zeilers vanalles georganiseerd: dat kan gaan van beach barbecues tot diepzee duiken. Op dinsdagavond is er bij Uncle J hamburger avond, op donderdag is er bij The Pier Captains diner.  Het maakt dat we al snel weer in contact komen met ‘nieuwe’ mensen, mensen die we tot nu toe nog niet kenden.  Dat is wel fijn want een heleboel van de vrienden die we het voorbije jaar leerden kennen zijn inmiddels alweer op de Azoren of zelfs verder, terug onderweg naar België of Nederland.

Strand bbq

Samen met de Belgen die hier zijn gingen we naar het feest voor de Belgische nationale feestdag. Dat was dan ook meteen de eerste keer dat we die vierden 😉 maar wel meteen in stijl, met frietjes en Stella Artois. De Belgische consul was afwezig omwille van ziekte, maar de Franse consul kwam wel langs. En dat was een gelukje, want de man heeft naast zijn functie als consul hier op het eiland ook een praktijk als osteopaat. Hij helpt Bart (laat ons hopen definitief) van zijn laatste restje rugklachten af!

We bezoeken in Willemstad het Slavenmuseum.    Het is even slikken als je ziet hoe blanke mensen (zowat alle Europeanen) medemensen uit Afrika en Zuid-Amerika hebben uitgebuit én mishandeld in een niet zo heel ver verleden. We waren in Suriname toen net voor nieuwjaar de Nederlandse regering hun excuses aanboden, we zijn hier in Curaçao wanneer er op 2 juli dia Di Bandera ( dag van de vlag) wordt gevierd en er opnieuw excuses worden aangeboden.

Hoe laad je het beste je slaven aan boord van een schip. Ik moest even bekomen na het bezoek van dit beklijvende museum !

We gaan samen met een paar andere zeilboten naar Fuikbaai. Dit is maar 4 mijlen verwijderd van onze ligplaats op het Spaanse water. Het is een lagune waar het heerlijk rustig is. Op werkdagen tenminste, want tijdens het weekend – en dan vooral op zondag namiddag – verandert de baai in een groot feest met veel muziek en ook wel wat drank. Op sommige boten brengen ze hun eigen DJ mee. Rond een uur of vijf keert de rust dan weer stilaan terug. En is de baai weer terug van de vissen.

We huren een autootje, wat het gemakkelijk maakt om ons te verplaatsen. Hoewel, de benaming auto is misschien wat overroepen. Ik vrees dat als je hem stofzuigt de bodem er wel eens zou kunnen uitvallen 😉 Maar hij rijdt en Dushi mag zonder scrupules meerijden, op de achterbank!

De mooiste kant van ons autootje. Je mag hem niet stofzuigen, want dan vrees ik dat de bodem e

We rijden ermee naar het oosten. Helaas moeten we hier vaststellen dat er verschrikkelijk veel afval gewoon in de natuur wordt gegooid. Mensen laten blikjes, flesjes, wegwerpbestek, borden en bakjes gewoon vallen uit hun autovenster. Hier in het oosten zien we zelfs hele hopen bouwafval en afgedankte electrische toestellen liggen. Het is het vuilste eiland waar we al zijn geweest tot nu toe. Er zijn echt SNEL nieuwe wetten en maatregelen nodig om dit te doen stoppen.

We rijden een dagje naar het Westen toe. Hier liggen de mooiste, maar ook drukste stranden van Curaçao. Helaas zijn ze niet toegankelijk voor honden. Gelukkig rijden we naar Santa Martha, waar ook een lagune is. Ze is te ondiep voor zeilboten gelijk de onze, maar wat is het er mooi! En aan de monding vinden we een plek waar Dushi ongestoord zijn gang kan gaan en afkoelen.

Santa Marta

We gaan verschillende keren duiken met de andere Cruisers. Deze duiken worden georganiseerd door een Belgisch koppel, Jean-Marc en Karen van de Blowing Bubbles. Zij zijn echt gepassioneerd door het duiken en hadden in België twee Duikshops. Ze geven altijd goeie tips, als het kan zelfs halve biologielessen. En het kost hen geen moeite om ook ons te enthousiasmeren! We doen een eerste nachtduik met hen, wat werkelijk prachtig is. We zien een grote octopus die in een tijdspanne van enkele minuten verschillende keren van kleur verandert. We zien grote krabben en kreeften die op jacht gaan in het donker. En zien hoe het koraal, dat die nacht geslachtsrijp is en zich zal voortplanten, fluorescerend oplicht in het schijnsel van een uv lamp. Naargelang hét moment nadert kleuren ze feller. Je kan bij sommige vrouwelijke koralen ook duidelijk de eitjes zien zitten die wat later zullen vrijkomen op zoek naar de zaadjes van de mannelijke koralen.

Ik heb intussen al meer dan 20 duiken op mijn logboek je staan

Een andere keer, vier dagen na volle maan doen we opnieuw een nachtduik. Deze keer om de Ostracods te zien. Dat zijn minuscule beestjes tussen garnaaltjes en mosselen in. Zij wachten op de vierde of vijfde dag na volle maan, precies drie kwartier na zonsondergang o.  Het moet zo donker mogelijk zijn om het spektakel te zien en dus is het wel even spannend. Maar dan plots beginnen er overal kleine lichtjes te fonkelen. In korte verticale streepjes onder elkaar. Vooral in de buurt van de zachte koralen. Heel erg feeëriek ! Nooit gedacht dat ik hier zó van zou genieten!

We volgen ook een basiscursus freediven, duiken maar dan zonder flessen lucht, bij Jean Marc. Niet om spectaculaire diepten van de pro’s te evenaren, maar om bijvoorbeeld onder de boot even iets schoon te maken aan de schroef, of om het anker eens los te gaan maken als dat vast blijkt te zitten. Het is ook fijn om tijdens het snorkelen even naar de bodem te kunnen duiken als je iets van dichterbij wil zien.  Met de juiste ademhalingstechniek geraken Bart en ik na de eerste les al 8 meter diep en 15 meter ver. Wonderlijk dat ons lijf dit kan !

Merci voor het toffe filmpje Karen !
Fuikbaai op zondag
Fuikbaai op maandag

Helaas blijft er steevast een deel afval achter. De eerste keer haalde Jean Marc een hele dinghy blikjes en plastic uit het water. Hij verzamelde zelfs een dertigtal zonnebrillen vanop de bodem. Twee weken later deden wij zelf de opruimactie lichtjes over : onze buit bestond uit een vuilzak blikjes en twee hippe zonnebrillen. Alleen jammer dat ze niet op sterkte zijn en ik er dus weinig mee kan zien.

Verloren voorwerpen

Begin september gaan we beginnen uitkijken naar een goed weather window, een periode waarin de wind en het weer gunstig is om veilig verder te varen naar Colombia. We kijken ernaar uit want de foto’s en berichtjes die we van onze vrienden ontvangen die al in Colombia aangekomen zijn liegen er niet om

Mango’s aan boord : ✓ – mango chutney

Voor we op reis vertrokken, kreeg ik van Christel een boek met als titel ‘Mango’s aan boord’. Bijna elke vrouwelijke vertrekker heeft dit boek gelezen : het is het reisverhaal van een Canadese vrouw die samen met haar man op een zeilboot een ‘rondje Carieb’ maakt. Het verhaal is doorspekt met recepten die ze aan boord klaarmaakt.

Sinds onze oversteek naar Suriname, alweer zeven maanden geleden, eten we vrijwel dagelijks een mango in onze yoghurt ’s ochtends. Langs deze kant van de oceaan heeft zowat iedereen die een tuin heeft een Mangoboom staan. De bomen zijn meestal volgeladen met vruchten, en dikwijls zie je langs de straat de rijpe afgevallen vruchten gewoon liggen.

Op de plek waar ik regelmatig Dushi hier uitlaat staat ook zo’n boom. En gisteren raapte ik er een half emmertje vruchten. Ik had immers al een tijdje in mijn hoofd om eens zelf mango chutney te maken, een bijgerechtje afkomstig uit de indische keuken. Dat is best eenvoudig eigenlijk.

Ingrediënten

250 g mango vruchtvlees – 3 eetlepels citroensap – 4 eetlepels sinaasappelsap – 4 eetlepels wijnazijn – 1/2 rode ui – 1 teentje look – 2 eetlepels geraspte gember – 2 eetlepels rietsuiker – 2 eetlepels honing – 1 koffielepel curry poeder – 1 koffielepel chilipoeder – 1 koffielepel kaneel – 1 koffielepel muskaatnoot

Stoof de fijngesnipperde ui met de look en de gember even aan. Doe hierbij de andere ingrediënten, breng aan de kook en laat hierna op een klein vuurtje gedurende een kwartiertje pruttelen. Zorg dat je regelmatig roert zodat het niet gaat aanbranden.

Schep terwijl de chutney nog heet is in een in heet water afgespoelde bokaal en sluit af. Bewaar de chutney in de koelkast. Zeker na openen : omdat er weinig suiker aan toegevoegd wordt bewaart hij niet zo heel erg lang.

Lekker bij een gebakken stukje kip met rijst en salade!

Bonaire

Toegegeven, het was moeilijk om na al die schoonheid van Los Roques Venezuela achter ons te laten. Het was vreemd om terug in de bewoonde (én bebouwde) wereld te komen en met méér dan drie boten in een baai te liggen. Én er bovendien Nederlands te praten met iedereen.

Bonaire is een ‘bijzondere gemeente’ van Nederland. De straatnaambordjes hebben er dezelfde layout als in Nederland, en je ziet er wagens van de Koninklijke Marechaussee in de straten. Na het inklaren gingen we iets drinken en aten we bitterballen. Je moet als zeiler flexibel zijn en je overal aanpassen.

Bonaire is een duikersparadijs : je kan er op vele plaatsen gewoon langs de weg parkeren en er in zee stappen om daar dan de mooiste koralen én vissen te zien. We maakten gebruik van een ‘drive and dive’-aanbod en huurden er een pick-up 🛻 bij AB car rental. Als je er ook duikflessen huurde, kreeg je nog 10% korting op de huur van de wagen.

We reden naar het Noorden van het eiland naar het Washington Slagbaai Nationaal park. Dit mag je als bezoeker aan Bonaire zeker niet overslaan. Het is er buitengewoon mooi.

Bij momenten waan je je in een western
Blowholes waardoor de golven meters hoog opspuiten
Zo zout is het water hier

We kwamen er de typische dieren tegen : grote groepen flamingo’s, iguana’s, loslopende ezeltjes, en zelfs een indrukwekkende roofvogel : de Kuifcaracara. De ezeltjes werden eeuwen geleden door de Spaanse bezetters ingevoerd als lastdieren, maar sinds ze zijn vervangen door machines leven ze in het wild en kan je ze overal op het eiland tegenkomen.

De Kuifcaracara

We gingen in een week tijd vier keer duiken. Zowat heel het eiland is omringd door riffen waarop koraal welig tiert. Tussen dat koraal zwemmen gigantisch veel soorten vissen. We zagen een verpleegster haai en een grote zwemmende murene. Vier duiken is wel wat veel : mijn rug is daar niet zo heel blij mee, ondanks alle hulp die ik krijg van mijn duik buddy Bart.

In vol ornaat. Anneke heeft zelfs een mutske gekocht!
In het duikcentrum stonden wat duikflessen klaar
Dat die truck een geriefke is!

Toen we hier vorige keer waren, hadden we een heerlijke middag doorgebracht in Jibe city. Dit plekje MOESTEN An en Thomas zeker hebben gezien. Gelukkig vonden zij dat ook. We gingen er steevast lunchen na het duiken!

In deze slavenhuisjes, amper groter dan een hondenhok, verbleven de slaven die tewerk werden gesteld in de zoutwinning.
Aan de kleur van de obelisk konden de zeelui zien welk zoutwinningsgebied ze aandeden
Er wordt nog steeds wat zout gewonnen op Bonaire, maar dan eerder op kleine schaal.
Nog een wist-je-datje : Op Bonaire gebruikt men natuurlijke schrik’draad’ : zo’n dubbele rij cactussen zorgt ervoor dat indringers op andere gedachten worden gebracht

Ps : ik vergat vorige keer om Thomas en An van Aspro te bedanken voor enkele van de foto’s en het filmpje met Emilio! Dankjewel allebei! Dat geldt trouwens ook voor nu! Hier en daar zijn er foto’s die door An of Thomas gemaakt zijn. Dikke merci vriendjes!

Deze laatste foto’s willen we jullie niet onthouden, maar vallen onder de noemer “zonder commentaar”.

Los Roques – Venezuela

Waarschuwing voor mensen met gevoelige ogen : Deze blog bevat heel veel wit en blauw

Los Roques is een eilandengroep voor Venezuela. Oei, Venezuela? Ook van zeilers kregen we soms deze reactie. En nochtans is het niet onoverkomelijk om vanuit de Caraïben hier naartoe te varen. Natuurlijk moet je bepaalde delen van het land niet aandoen. En neem je beter wat voorzorgsmaatregelen.

Dat deden we dus. Zo vaarden we samen met SV Aspro gedurende twee dagen en nachten. We zorgden ervoor dat we in elkaars directe nabijheid bleven, en hadden afgesproken om geen AIS aan te zetten.

We zeilden een flink aantal mijl uit de kust, om te vermijden dat we in het zicht kwamen van ‘piraten’.  En dat bleek effectief : buiten een tanker en een snel voorbij varende vissersboot zagen we niets of niemand.

We werkten hier voor het eerst met een agent om alle officiële papieren in orde te brengen. Hij zorgde ervoor dat we vlot voorbij alle officiële instanties geraakten, zonder dat ze extra zakgeld vroegen. Corruptie bestaat hier helaas.

Om die papieren te regelen moesten we via Gran Roque passeren. Dé stad van deze archipel. Hier rijden geen auto’s en de straten zijn er – zoals nergens hier – verhard.  Het witte zand in de straten wordt dagelijks door de bewoners geharkt en ligt er netjes bij. De mooie kleuren van de gebouwen contrasteren met het wit van het zand. Géén optie om hier zonder zonnebril rond te lopen! Je ogen gaan tranen van al dat licht en de kleuren.

We moesten langs bij de coastguard en op het bureau van de dienst immigratie, vlakbij de luchthaven. Jawel, een luchthaven, want Gran Roque is hét plaatsje waar de high level toerist van Venezuela op vakantie komt. Het Knokke van Venezuela, zeg maar.

We kregen ’s avonds bezoek aan boord van de coastguard die een waslijst van informatie nodig hadden, én de vervaldatum van onze vuurpijlen en brandblussers wilden verifiëren. Toen vroegen ze onze EHBO-kit. Bij het zien ervan verstomden ze : we hebben nog onze professionele koffer die in België verplicht is als je chartert. Hij maakte duidelijk indruk.  We gaven de mannen twee biertjes mee, en ze vertrokken. Ook dat maakte indruk. Toen we twee dagen later terug bij hen moesten langsgaan voor een extra stempel, kregen we op onze beurt een grote zak met diepgevroren Conchvlees. Regalo (cadeau) van de coastguard, maak dat eens mee! Ik verwerkte ze de eerste avond tot ceviche (limoen, rode ui en rode peper) en de tweede dag samen met wat groenten tot een stoofpotje. Lekker!

Als eerste eilandje bezochten we Crasqui. Hier waren we enkele jaren geleden al eens even geweest met onze vrienden Ton en Dominique en Berry en Petra. Zij kenden er een vissersgezin die ook een klein eettentje uitbaten op het strand, Rancho Agua Clara.

De vriendelijkheid van deze mensen was ons bijgebleven en ik had via facebook contact gehouden met Carola.

We konden die avond bij hun eten : Ze gingen nog wel even wat vis vangen voor ons. Dankzij het Venezolaanse regime en de Amerikaanse boycot is er behoorlijk wat schaarste voor de bevolking. Alleen in Gran Roque zijn er enkele winkeltjes, voor hen supermarkten, voor ons eerder kruideniers. Er zijn wel wat fruit en groenten verkrijgbaar, maar vers vlees is bijvoorbeeld helemaal niet te koop. Ook blikvoeding is amper verkrijgbaar. Vis is er hier gelukkig in overvloed en springt hier en daar zo op uit de zee.  Melk is enkel verkrijgbaar in poedervorm of gecondenseerd. In het restaurantje van Eduardo en Carola moet je zelf je drank meenemen.

Bezoekje aan de plaatselijke supermarkt.

Maar dat gaf niet, het eten was er bijzonder lekker : oesters uit de mangrove, een ceviche van vis, een Carpaccio van vis en de gegrilde vis smaakten heerlijk. Met wat koolsla en arepa (kroketjes van maïsmeel) erbij was het een koningsmaal!

Mangrove oesters. De schelpen werden zorgzaam ontdaan van eventuele koraal zodat we ons niet zouden kwetsen bij het eten

We spraken met Eduardo af om ’s anderdaags net als enkele jaren terug een rondvaart te doen in het deel van het natuurgebied waar wij met de diepgang van onze zeilboot niet kunnen geraken. Onderweg gaf hij me wat bijles vissen.

Eduardo
Gigantische zeesterren
In dit vissershuisje op het water, ineengetimmerd met recuperatie planken verblijven van oktober tot januari vissers. Ze maken er ter plaatse de conch schoon waarvan het vlees verkocht wordt in heel Venezuela. Nu waren wij er alleen maar in het seizoen wonen er enkele tientallen mannen in uiterst primitieve omstandigheden samen.

Het was buitengewoon indrukwekkend om te zien hoe Emilio zonder duikflessen tot 30 meter diep dook gedurende verschillende minuten. Emilio, een eerder stille man, is op en top een natuurmens. Hij weet als geen ander waar je oesters kan plukken of conch kan vinden. Ook Dushi voelde dit en achtervolgde hem overal. Hij kreeg er dikke knuffels voor terug!

We kregen niet alleen tips mee hoe we de vissen moesten vangen, maar ook zelfgemaakte aasjes.

Onze watermakers draaiden op volle toeren : Eduardo had immers te kennen gegeven dat ze een tekort hadden aan water en dat het water wat ze hadden gekocht in Gran Roque niet helemaal zoet was, waardoor ze er na het drinken ervan buikpijn kregen. Voor ons een kleine moeite, voor hen een wereld van verschil!

Zondagochtend werden we wakker door het gekrijs van vogels. De hele dag bleef een zwerm meeuwen samen met enkele pelikanen rond onze boot vissen. Vanuit de kajuit zagen we dat één van de pelikanen op de preekstoel (voorste deel) van de boot zijn uitvalsplek had genomen om te vissen.  Mooi om zien hoe ze eerst in zweefvlucht gaan om zich daarna met volle gewicht op hun prooi te storten. Meestal zit er tegen dat moment al een meeuw in de buurt (zelfs tot óp de kop) van de pelikaan in de hoop dat er een stukje vis voor hem over blijft.

Een pelikaan op de preekstoel

Wij brachten bij valavond onze nieuw geleerde technieken in praktijk en haalden op korte tijd drie vissen boven (een tonijntje en twee pargo’s). De filletjes werden gebakken en de restjes werden de dag erna verwerkt tot vissalade voor bij de boterham.

Catch of the day

Als tweede eilandje vaarden we naar Sarqui. Hier geen bewoners meer, enkel azuurblauwe zee, een hagelwit strand en heel veel koraalrif. We gingen snorkelen, haalden de floating bar boven en genoten van het strand en het heldere water. Zonnehoeden en shirts met UV bescherming zijn er een must als je even op het strand wil blijven! De zon reflecteert er immers op het heldere water én het witte zand.

Klaar voor Waregem koerse met een op het strand gevonden stuk koraal

In Cayo de Agua lag het water wat onrustiger maar ook hier gingen we snorkelen en genoten we van de gigantische diversiteit van vissen en koralen. Op het land zagen we wat nesten van stormvogels en pelikanen.

Als laatste kozen we ervoor om Aves de Barlovento te bezoeken. Enerzijds omdat we dan in één dag naar Bonaire kunnen varen, anderzijds omdat Bart had gelezen dat het zo mooi was.

De mangrove herbergt er honderden zeevogels, die er elke avond een plekje in de bomen opzoeken. We zagen er oa. ook twee flamingo’s. Buiten de geluiden van de vogels en  de golven is het er absoluut stil.

An en Thomas omsingeld door Stormvogels (in het Engels noemt men deze Boobies)

10 dagen vlogen voorbij. En zo zijn we vandaag op weg naar Bonaire : terug de bewoonde wereld in…

Vertrekken bij zonsopgang uit dit prachtige stukje Venezuela

Venezolaanse arepa

We aten ze in Rancho Agua Clara en we vroegen ons af wat het eigenlijk voor kroketjes waren. Ik ging op zoek naar het recept en wat blijkt: ze zijn ongelooflijk eenvoudig om te maken, glutenvrij en je kan er naar smaak wat kaas, groenten, diverse soorten kruiden of er zelfs tonijn tussen mengen.

Benodigdheden voor basis arepa’s :

Een kopje maisbloem (voorgekookt), een kopje water, een snuif zout

Witte maisbloem ( geen maïzena, zie foto), zout en water mengen, even laten staan, balletjes van rollen (ter grootte van een pingpong balletje), plat duwen tot een schijfje. Als de kanten te korrelig zijn en breken voeg je nog wat extra water toe.

Bakken in de pan in een scheutje olijfolie tot ze een goudgeel kleurtje hebben (5-tal minuten aan elke kant).

Anneke maakte ze gisteren met Polenta en dat was ook zeer lekker!.