Santa Marta – Sierra Nevada – Colombiaanse Andes

Net zoals toen we bekend maakten dat we naar Los Roques zouden varen, kregen we toen we zeiden dat we naar Colombia gingen vanuit Europa verschillende reacties om ons toch maar voorzichtigheid aan te manen.

Nochtans bleek Santa Marta, de eerste stad waar we gedurende meer dan een maand in de Marina verbleven een uiterst vriendelijke en aangename stad.

Toegegeven, bij het aanvaren was het een beetje een shock om uiterst moderne flatgebouwen te zien. En dan ook nog het contrast met de achterliggende groene bergen van de Sierra…

Een uiterst vriendelijke Marinero hielp ons bij het aanleggen. Er stond net teveel wind om veilig in een box aan te leggen, dus mochten we voor één nacht op een kopsteiger liggen. Morgen zou er gedurende de dag zeker een geschikt ogenblik zijn om te verleggen.

En ja, geen probleem om Dushi mee te nemen naar het kantoor. Onze hond was minstens even welkom als wij, zei de man. We hadden het weleens anders meegemaakt!

Ok, dat laatste was misschien niet helemaal waar : normaal had Dushi aan boord moeten blijven tot hij door een dierenarts van de overheid was gekeurd. Maar ach, hij was nu van boord, en leek wel in stemming om zich de aaitjes van de meisjes van het havenkantoor te laten welgevallen!

De dierenarts zou ten laatste de volgende dag bij ons aan boord komen, samen met de andere autoriteiten. Een kwartier later waren ze er al 😉 Dushiman’s papieren bleken hier sneller in orde dan om het even waar! En zelfs voor onze eigen papieren in orde waren.

De Marina hier is recent, een jaar of tien oud. En voorzien van alle luxe. Een restaurant, een shop, een 🏧 waar je pesos kan afhalen en héél schoon sanitair.

Marina Santa Marta

Er wordt hier op verschillende boten flink geklust! De lonen in Colombia liggen laag en er zijn flink wat vakmensen beschikbaar. Gezien het gigantisch heet is beslissen we de Bimini (zonnescherm) uit te breiden zodat Bart ook tijdens het zeilen wat in de schaduw kan staan. De zon is hier ongenadig sterk, en samen met de vochtigheid zorgt ze voor een tropische warmte. Iedereen zweet hier, ik hoef me niet langer te schamen als de zweetdruppels van mijn gezicht rollen, maar vervelend blijft het wel! Ik denk aan Vake en hoe hij ’s zomers zijn soep extra zoutte door zijn zweet.

Het is bij momenten moeilijk om iemand te herkennen : dit is de Marinero die ons kwam helpen bij het aanmeren. De mensen die hier buiten werken beschermen zich tegen de intens brandende zonnestralen en zijn af en toe zo ingepakt dat je hun gezicht niet ziet. In het begin een beetje vreemd om zien, maar ook dit went!

Er klinkt heel de dag door wel van ergens muziek hier! De typische Cumbia, soms salsa, het maakt de Colombianen niet uit. Zolang de muziek maar luid staat. Jong en oud luistert naar lokale muziek waarin blazers en accordeons voorkomen en zingt als het even kan mee. Op nationale ‘radio Colombia’ worden er zo goed als geen andere dan Spaanstalige nummers gedraaid.

We krijgen ‘soldadores’ aan boord die ter plekke inox lassen en polijsten. Gezien er meer tijd nodig is dan gedacht blijven ze tot na zonsondergang verder werken tot de klus geklaard is.

De man die de canvas werken moet doen laat langer op zich wachten. Het is blijkbaar moeilijk om aan de ritsen te geraken. Maar eenmaal die er zijn doet hij zijn werk als een pro.

De groene bergen van de Sierra lonken. En we gaan er voor drie dagen naartoe. We logeren in een b&b die ons aangeraden werd door vrienden. De eigenaars blijken Belgen te zijn, maar zijn op het moment dat wij er logeren in België. De weg naar de Finca (boerderij) is eigenlijk niet geschikt voor gewone auto’s, leren we tot scha en schande. We moeten onze huurauto op een km van ons doel achterlaten. Een werknemer van het hotel komt ons met de motorfiets helpen om onze bagage naar boven te krijgen. We genieten volop van de prachtige omgeving en halen onze wandelschoenen uit de kast om naar een waterval te hiken die een uur of twee hogerop ligt. Het water is fris, maar niets weerhoudt ons om een verfrissende douche te nemen. We zijn er helemaal alleen, en dat maakt de beleving nog meer bijzonder !

Logeren bij Belgen in Finca Carpe Diem
Stapschoenen en dus ook sokken. Dàt was lang geleden.

Het zorgt ervoor dat we uitkijken om nog meer van het binnenland te ontdekken : hoewel de binnenlandse vluchten goedkoop zijn huren we gedurende een week een auto. Op die manier kunnen we Dushi makkelijk meenemen.

Ik vind voor elke dag een andere slaapplaats via Airbnb. De ene al mooier dan de andere! Ik selecteer ze op basis van een mooi uitzicht en dat loont.

De eerste dag rijden we naar Santa Cruz de Mompox, een stadje dat uit het koloniale tijdperk stamt en prachtig bewaard is gebleven.

Twee soorten cacao : achteraan de donkere, vooraan ‘witte’ cacao
De grote huizen in Mompox hebben bijna allemaal een binnentuin
De trottoirs liggen heel hoog. Als het regent staan de straten vol tot aan de bovenkant van de stoep. Al dat water komt van de hoger gelegen gebieden naar de kuststeden gestroomd. Zo wordt Santa Marta een beetje het Grimbergen van Zuid-Amerika als het regent
De binnentuin in ons hotelletje. Met de blijkbaar obligate schommelstoelen die je hier overal ziet.

We moeten op een bepaald moment twee uur omrijden omdat de weg ook hier weer niet geschikt is voor onze ‘gewone’ auto en Google daarmee geen rekening had gehouden. Dat zorgt voor stress want hierdoor lukt het niet om voor het donker op onze bestemming te geraken. Maar het zorgt er wel voor dat we door kleine dorpjes rijden waar we zowel koeien, paarden, ezels, schapen, geiten, honden én varkens zien. Even goed op de weg, als aan de kant van de weg.

Wat we zien van het land is groen, groen, groen! In het begin rijden we door de vlaktes tussen de bergen, met grote kuddes vee die grazen op grote weides met daarop grote bomen die zorgen voor schaduw.

Bergappelsienen

De dagen erna rijden we richting Colombiaanse Andes. De staat van de wegen is behoorlijk, maar ze kronkelen door de bergen. En omdat het verkeer in Colombia voor ruwweg 80 % uit vrachtwagens en bromfietsen allerhande bestaat is het geen lachertje om hier te rijden. Gelukkig is Bart een goede chauffeur maar soms moet je ogen op je rug hebben. En dan nog !

De bromfietsen worden hier als vervoermiddel voor al het mogelijke gebruikt : we zagen zelfs iemand met een gedemonteerd bed op de brommer. Brommers kunnen hier zonder probleem drie, tot zelfs vier personen meenemen. Kinderen, baby’s, honden… Alles kan…

Onderweg zien we verschillende keren controle posten of ook gewoon politie op straat, maar als we al een keer moeten stoppen, mogen we ook snel weer doorrijden als we te kennen geven dat we niet veel Spaans spreken. Soms zien ze gewoon dat we ‘gringo’s’ zijn en mogen we op basis daarvan doorrijden. Wat ze precies zoeken of controleren zijn we niet te weten gekomen. Het lijkt alleszins niets agressiefs, of zorgt bij ons ook niet voor een onveilig gevoel. In tegendeel.

De ‘grote’ wegen zijn tolwegen. Ze zijn maximaal 4 rijstroken breed, dikwijls ook maar 2 rijstroken. Als de weg door een dorp komt zie je heel veel activiteit, wat vooral gericht is op dat doorgaand verkeer : er zijn garages voor auto’s, motorfietsen en vrachtwagens, carwash’en voor vrachtwagens en zeer veel eetstalletjes en restaurants waar je een dagschotel kan eten voor weinig geld. Wat ook gek is bij deze hitte : standaard krijg je bij de lunch een soep aangeboden. En raar maar waar, dat smaakt! Ook staan er overal fruitverkopers met mandarijnen en sinaasappels en kan je gewoon langs de weg een bekertje warme koffie kopen.

Die koffie wordt hier lokaal gekweekt. Vooral in de bergen kweekt zowat iedereen zijn eigen koffie. De planten kunnen een jaar of acht meegaan, waarvan ze zes jaar vruchten dragen. Daarna worden ze afgekapt aan de grond waarna de planten opnieuw uitschieten en opnieuw voor enkele jaren vruchten kunnen dragen. In november/december wordt de koffie geplukt, met de hand. Als het vruchtvlees verwijderd wordt moeten de pitten 4 dagen fermenteren in de zon, indien niet duurt het fermenteren 20 dagen. Hierna worden de pitten onder voortdurend roeren gebrand. Het hoeft niet gezegd dat de koffie hier overal lekker is. Voor degenen die koffie drinken toch! Ik hou het bij het genieten van de geur ervan.

Rijpe koffie is naargelang de soort geel of rood. Enkel de rijpe bessen mogen geplukt worden
Fermenterende koffie mét schil : 20 dagen
Fermenterende koffie zonder schil : 4 dagen
Branden van de koffie

Ook cacao wordt hier geteeld, zowel op grotere plantages als door de mensen thuis in de tuin. Ook hiervan moeten de pitten fermenteren in de zon, waarna ze geroosterd en gemalen worden.

We rijden richting Bucaramanga en verblijven er in een Eco Lodge met verschillende huisjes. De huisjes zijn recent maar zien er heel rustiek uit.

We blijven drie dagen in de buurt van Barichara. De ene airbnb is nog mooier dan de andere. Wat een luxe! We logeren in een Dome en douchen er bijna in open lucht.

Na een douche met dit uitzicht ben je opeens klaarwakker

In Villanueva hebben we zelfs een jacuzzi met uitzicht op de vallei.

De uitbaatster is een romantische ziel
Ook hier weer een douche met een uitzicht
El condor pasa!

En dan het stadje Barichara zelf : we deden een rondrit met één van de gidsen die op het plein van Barichara actief zijn. Onze gids Raul stond erop dat we op elke plaats poseerden, zodat hij foto’s kon maken. Hij vertelde ons dat de ondergrond in de buurt ofwel okerkleurig ofwel terra cotta kleur heeft. Dat zie je in de stenen van de kerk en op het kerkhof. Barichara is nog uit de koloniale tijd en uiterst vreedzaam en rustig. De enige toeristen die we zien zijn Colombianen

A-dem-benemend!

Raul, onze gids

En dan keren we terug naar Santa Marta. We hebben voor het klussen materiaal nodig, en kunnen dat allemaal vinden in de buurt van de overdekte markt. Er heerst een grote bedrijvigheid : je hebt er van alle soorten kleine bedrijfjes. Als je in de eerste winkel niet vindt wat je nodig hebt verwijzen ze je verder. Men neemt je net niet bij de hand om je te wijzen waar. We zien bedrijfjes waar ze spoelen van motoren geresiveerd worden, een bedrijfje met allerlei soorten lampjes, een bedrijfje waar banden opnieuw bekleed worden met rubber. Een winkeltje met schroeven voor ventilatoren. Niets wordt hier zomaar weggegooid.

Het verkeer in de buurt van de markt is druk, met ook weer de brommers die overal langs schieten. Wij nemen een taxi om ons aangekochte planken tot aan de haven te krijgen, zonder onze rug extra te belasten. Dat doet iedereen hier en kost ons nog geen twee euro.

Jugo natural (en ook een De Hondt met een hoed op)

’s Avonds gaan we eten in de stad. Ook dat is hier goedkoop. Voor ons twee betalen we meestal maar rond de 30€. Daarvoor kan je je hier al laten gaan met een cocktail als aperitief, grote porties gegrild rundsvlees en enkele pintjes lokaal bier.

Een biefstukje en een brochetje

Valt het op dat we hier heel graag zijn? Gelukkig zijn er hier heel veel muggen die ons gringobloed maar al te lekker vinden, om toch een klein negatief puntje te kunnen melden.

Het waren nog goed gevulde dagen, die laatste twee weken op Curaçao :

We gingen met verschillende boten opnieuw naar Fuikbaai,waar we onder begeleiding van Jean-Marc en Karen prachtige duiken maakten. We zagen er adelaarsroggen, schildpadden en honderden andere vissen. Er werd succesvol gejaagd op koraalduivels (Lionfish), de drieste exoot die hier op verschillende plekken het koraal dreigt leeg te vreten. Je zou het niet zeggen als je hem met opgezette pluimen ziet liggen overdag. Feit is dat hij bejaagd mag worden en dàt vele duikers dit ook doen. Het is een vis met vrij vast wit vlees, en hij leent zich ertoe om op verschillende manieren bereid te worden. Het schoonmaken moet heel secuur gebeuren, want het beestje verbergt tussen zijn vinnen giftige stekels. Wij beperken ons tot het spotten en het eten ervan.

Koraalduivel
Groene murene
Kerstboomwormpjes.
Onderwater vondst

We barbecueden verschillende keren op het strand en genoten van de live muziek bij het kampvuur van Joel en Kate. We proefden van de lekkere kibbeling die Vicent en Kim maakten van de gevangen Koraalduivels en de heerlijke ceviche.

Echte Kibbeling van Lionfish!

We bezochten het kunst- en muziekfestival Kaya Kaya in Otrabanda, het oude deel van Willemstad. We wisten niet goed wat ervan te verwachten, maar het was zeer de moeite waard. Lokale bandjes, eettentjes, drankenkraampjes en tentoonstellingen in de oude koloniale huizen. De opbrengst van de tickets wordt besteed aan de renovatie van de gebouwen, en steun aan lokale commerciële initiatieven om zo deze wijk opnieuw leven in te blazen.

We deden een tweede ostracodduik (zie vorige blog). En namen deel aan de tweede ”full moon dinghy float” en hadden opnieuw veel plezier.

We gingen een laatste keer op bezoek bij Ton en Dominique die hier op het eiland een prachtig vakantiehuis hebben en hadden het zoals steeds buitengewoon gezellig.

We kregen van Jean-Marc en Karen extra instructies bij het duiken om met kleine aanpassingen minder lucht te gebruiken tijdens het duiken en dat had meteen effect!

We maakten met ons vieren een afscheidsduik, en hadden het geluk een schilpad tegen te komen die haar schild aan het schoonmaken was door ze minutieus tegen de rotsen aan te wrijven. We telden 14 langousten op één duikplek, en zagen een giga steenkrab verscholen in een holletje. In totaal deden we niet minder dan 20 duiken tijdens onze periode hier op het eiland. Mijn logboekje begint vorm te krijgen! En meer nog : we leerden ontzettend veel bij van de beste leermeesters!

Onderwaterselfie als afscheid

En toen zag Bart een gunstig weervenster om onze reis verder te zetten. Met een franse boot die net hetzelfde is als de onze, Morpheus, spraken we af om samen te reizen. We deelden de reis op in twee delen, en bleven een nachtje in Aruba overnachten. Hier vertrokken we rond de middag terug om verder te varen tot Cabo de la Vela waar we hopelijk op tijd aankomen om een eerste lokale cerveza te drinken. Hoewel we heel veel voorbeelden hebben gehoord over hoe zwaar deze tocht wel kan zijn, hebben wij geluk : We varen op een vlakke zee, met (letterlijk) de wind van achter. We bomen de genua uit en varen op ons dooie gemakje Colombia binnen. Onderweg zien we twee groepen dolfijnen : eerst bruine kleinere en in de namiddag grote grijze. Aangekomen op de ankerplaats mogen we wél even proeven van de valwinden. Maar even later vallen ook deze weg. Ideaal om een goeie nacht door te brengen.

Zeiljacht Morpheus ook een Beneteau 473
Van hier kan ik het allemaal goed zien!

Hoewel de Morpheus eerst van plan was om enkele dagen in Cabo de la Vela te blijven, veranderen ze van gedachte. En zo varen we op dinsdag iets na tien uur samen verder naar Santa Martha. Gezien we eergisteren onderweg een klein tonijntje hebben gevangen hangen we de vislijn uit. Een uurtje later hebben we beet en hengelen we een Mahi Mahi binnen. Dat wordt nadenken over een wijziging van menu! Gelukkig is er nog wat plaats in de koelkast want nog geen uur later hebben we opnieuw beet : een flinke tonijn van een kilo tien. De vislijn die een tijd geleden al eens onzacht in aanraking is gekomen met de windmolen, begeeft het onder dit gewicht. Dat wordt shoppen in Colombia!

De houten huisjes van Cabo de la Vela.
Met engelengeduld waakt Dushi bij de vislijn!
Geduld wordt beloond !

Ps : een dikke merci aan Karen en Jean Marc om ons zo gigantisch veel bij te brengen, zowel technieken als weetjes over het onderwaterleven. En voor de prachtige onderwaterfoto’s en de vriendschap. Ook dank aan alle cruisers in Curaçao die voor de vele gezellige momenten zorgden. Dit is de eerste keer dat we zo’n hechte cruisers community tegen kwamen en dat er zoveel activiteiten door en voor de cruisers werden georganiseerd. We gaan jullie missen!

Schildpad met zorgvuldig schoongemaakt schild

We hebben een nieuw succes receptje in ons repertoire! Ééntje waarvan je de ingrediënten een hele tijd kan bewaren in de koelkast, dus handig als je enkele dagen onderweg bent !

Ingrediënten voor twee personen :

Een rol bladerdeeg – een pakje rauwe ham – een half pakje Philadelphia (of andere roomkaas) – 1 tomaat – twee soeplepels pesto (of Provençaalse kruiden als je geen potje open wil doen) – mozzarella

Verdeel het bladerdeeg denkbeeldig in drie delen, snij het linker en rechterdeel in reepjes (zie foto’s)

Beleg het middelste deel achtereenvolgens met de roomkaas, de ham, tomaat, pesto en mozzarella.

Vouw de strookjes afwisselend links en rechts naar de overliggende kant toe.

Bak gedurende een half uurtje in de oven

Smakelijk

Wanneer zijn we alweer in Curaçao aangekomen? Was het nu 7 weken geleden? Of inmiddels 8? Tijd voor een update !

We vaarden van Bonaire naar Curaçao op 20 juni. We keken even op Klein Curaçao of het mogelijk was om er een nacht te ankeren maar omdat het er zo onrustig lag – heel veel deining – vaarden we meteen door naar Het Spaanse Water. 

Het Spaanse Water is een natuurlijke haven even voor Willemstad van bijna 21 km2 groot.Tijdens het orkaanseizoen in de Caraïben komen veel zeilers hiernaartoe omdat je hier buiten de orkaangordel ligt en je van de verzekering niet in orkaangebied mag blijven tijdens de maanden juni, juli, augustus, september en oktober. Bovendien is het hier in Curaçao niet verkeerd om te verblijven.

De bekendste gekleurde huisjes van Willemstad
De andere gekleurde huizen moeten zeker niet onderdoen qua schoonheid!

Gezien Bart al eventjes serieus last heeft van zijn rug,  gaan we hier naar de dokter. Een Lumbago bevestigt zij, de Nederlanders noemen het Spit, mijn broers noemen het een bungalow in de rug. Feit is dat Bart er stevig van afziet, niet kan liggen, niet kan zitten, niet kan stappen.

Gelukkig hebben we onder onze vrienden zeilers hier ook een fysiotherapeut die in afwachting van onze eerste afspraak bij de kiné de meeste pijn probeert te verlichten (dankjewel Gerco!) De dokter schrijft vrij zware pijnmedicatie voor. Het is duidelijk dat dit rugprobleem opgelost moet zijn voor we verder varen naar Colombia ! Het is in die mate erg dat Bart er zelfs gedurende enkele dagen en pijnlijke nachten over denkt om de boot te verkopen.

Een kwestie van geduld en ook wel discipline en oefeningen doen zegt men. Wel een voordeel dat iedereen hier in Curaçao naast Papiaments Nederlands spreekt! Zelfs de kiné die eigenlijk uit Argentinië afkomstig is…

Het Papiaments is een bijzonder Creools taaltje met woorden uit het Spaans en Portugees en zelfs enkele woorden die oorspronkelijk uit het Nederlands komen. Één van die woorden die hier op het eiland overal gebruikt worden is Dushi.

Een nieuw t shirt voor Bart

In Europa is het not done om zomaar iemand schatje of liefje te noemen. Hier gebeurt het dat in de supermarkt de kassierster of de ober in een restaurant je als Dushi aanspreekt, terwijl dat eigenlijk net dezelfde betekent.  Zowel een man als een vrouw kan Dushi genoemd worden. Maar dat wij een hond hebben die die naam heeft, dat vinden de Antillianen toch ook bijzonder !

Zoals overal onderweg is onze hond de perfecte manier om in contact te komen met de lokale bevolking. Ze vinden hem overal bijzonder mooi, groot en super zacht. De straathonden die hier in grote getale voorkomen zijn inderdaad allemaal kortharig en zien er veel gevaarlijker uit.

Dushi is sinds we hier zijn een echte waterrat geworden en zwemt als we naar het strand gaan zonder ophouden gemakkelijk drie kwartier rondjes rondom ons. Af en toe moeten we hem zelfs terugroepen omdat hij hoe langer hoe verder de zee ingaat. Zo mooi om zien!

We kwamen op het strand al twee keer dezelfde jongen tegen met … Jawel een bruine bordercollie. Bovendien is de eigenaar ook Belgisch. Zo in het water is het soms even twijfelen welke van de twee onze hond is.

We worden op het Spaanse Water meteen opgenomen in de lokale en zeer levendige zeil-community. Er wordt hier door enkele zeer ondernemende zeilers vanalles georganiseerd: dat kan gaan van beach barbecues tot diepzee duiken. Op dinsdagavond is er bij Uncle J hamburger avond, op donderdag is er bij The Pier Captains diner.  Het maakt dat we al snel weer in contact komen met ‘nieuwe’ mensen, mensen die we tot nu toe nog niet kenden.  Dat is wel fijn want een heleboel van de vrienden die we het voorbije jaar leerden kennen zijn inmiddels alweer op de Azoren of zelfs verder, terug onderweg naar België of Nederland.

Strand bbq

Samen met de Belgen die hier zijn gingen we naar het feest voor de Belgische nationale feestdag. Dat was dan ook meteen de eerste keer dat we die vierden 😉 maar wel meteen in stijl, met frietjes en Stella Artois. De Belgische consul was afwezig omwille van ziekte, maar de Franse consul kwam wel langs. En dat was een gelukje, want de man heeft naast zijn functie als consul hier op het eiland ook een praktijk als osteopaat. Hij helpt Bart (laat ons hopen definitief) van zijn laatste restje rugklachten af!

We bezoeken in Willemstad het Slavenmuseum.    Het is even slikken als je ziet hoe blanke mensen (zowat alle Europeanen) medemensen uit Afrika en Zuid-Amerika hebben uitgebuit én mishandeld in een niet zo heel ver verleden. We waren in Suriname toen net voor nieuwjaar de Nederlandse regering hun excuses aanboden, we zijn hier in Curaçao wanneer er op 2 juli dia Di Bandera ( dag van de vlag) wordt gevierd en er opnieuw excuses worden aangeboden.

Hoe laad je het beste je slaven aan boord van een schip. Ik moest even bekomen na het bezoek van dit beklijvende museum !

We gaan samen met een paar andere zeilboten naar Fuikbaai. Dit is maar 4 mijlen verwijderd van onze ligplaats op het Spaanse water. Het is een lagune waar het heerlijk rustig is. Op werkdagen tenminste, want tijdens het weekend – en dan vooral op zondag namiddag – verandert de baai in een groot feest met veel muziek en ook wel wat drank. Op sommige boten brengen ze hun eigen DJ mee. Rond een uur of vijf keert de rust dan weer stilaan terug. En is de baai weer terug van de vissen.

We huren een autootje, wat het gemakkelijk maakt om ons te verplaatsen. Hoewel, de benaming auto is misschien wat overroepen. Ik vrees dat als je hem stofzuigt de bodem er wel eens zou kunnen uitvallen 😉 Maar hij rijdt en Dushi mag zonder scrupules meerijden, op de achterbank!

De mooiste kant van ons autootje. Je mag hem niet stofzuigen, want dan vrees ik dat de bodem e

We rijden ermee naar het oosten. Helaas moeten we hier vaststellen dat er verschrikkelijk veel afval gewoon in de natuur wordt gegooid. Mensen laten blikjes, flesjes, wegwerpbestek, borden en bakjes gewoon vallen uit hun autovenster. Hier in het oosten zien we zelfs hele hopen bouwafval en afgedankte electrische toestellen liggen. Het is het vuilste eiland waar we al zijn geweest tot nu toe. Er zijn echt SNEL nieuwe wetten en maatregelen nodig om dit te doen stoppen.

We rijden een dagje naar het Westen toe. Hier liggen de mooiste, maar ook drukste stranden van Curaçao. Helaas zijn ze niet toegankelijk voor honden. Gelukkig rijden we naar Santa Martha, waar ook een lagune is. Ze is te ondiep voor zeilboten gelijk de onze, maar wat is het er mooi! En aan de monding vinden we een plek waar Dushi ongestoord zijn gang kan gaan en afkoelen.

Santa Marta

We gaan verschillende keren duiken met de andere Cruisers. Deze duiken worden georganiseerd door een Belgisch koppel, Jean-Marc en Karen van de Blowing Bubbles. Zij zijn echt gepassioneerd door het duiken en hadden in België twee Duikshops. Ze geven altijd goeie tips, als het kan zelfs halve biologielessen. En het kost hen geen moeite om ook ons te enthousiasmeren! We doen een eerste nachtduik met hen, wat werkelijk prachtig is. We zien een grote octopus die in een tijdspanne van enkele minuten verschillende keren van kleur verandert. We zien grote krabben en kreeften die op jacht gaan in het donker. En zien hoe het koraal, dat die nacht geslachtsrijp is en zich zal voortplanten, fluorescerend oplicht in het schijnsel van een uv lamp. Naargelang hét moment nadert kleuren ze feller. Je kan bij sommige vrouwelijke koralen ook duidelijk de eitjes zien zitten die wat later zullen vrijkomen op zoek naar de zaadjes van de mannelijke koralen.

Ik heb intussen al meer dan 20 duiken op mijn logboek je staan

Een andere keer, vier dagen na volle maan doen we opnieuw een nachtduik. Deze keer om de Ostracods te zien. Dat zijn minuscule beestjes tussen garnaaltjes en mosselen in. Zij wachten op de vierde of vijfde dag na volle maan, precies drie kwartier na zonsondergang o.  Het moet zo donker mogelijk zijn om het spektakel te zien en dus is het wel even spannend. Maar dan plots beginnen er overal kleine lichtjes te fonkelen. In korte verticale streepjes onder elkaar. Vooral in de buurt van de zachte koralen. Heel erg feeëriek ! Nooit gedacht dat ik hier zó van zou genieten!

We volgen ook een basiscursus freediven, duiken maar dan zonder flessen lucht, bij Jean Marc. Niet om spectaculaire diepten van de pro’s te evenaren, maar om bijvoorbeeld onder de boot even iets schoon te maken aan de schroef, of om het anker eens los te gaan maken als dat vast blijkt te zitten. Het is ook fijn om tijdens het snorkelen even naar de bodem te kunnen duiken als je iets van dichterbij wil zien.  Met de juiste ademhalingstechniek geraken Bart en ik na de eerste les al 8 meter diep en 15 meter ver. Wonderlijk dat ons lijf dit kan !

Merci voor het toffe filmpje Karen !
Fuikbaai op zondag
Fuikbaai op maandag

Helaas blijft er steevast een deel afval achter. De eerste keer haalde Jean Marc een hele dinghy blikjes en plastic uit het water. Hij verzamelde zelfs een dertigtal zonnebrillen vanop de bodem. Twee weken later deden wij zelf de opruimactie lichtjes over : onze buit bestond uit een vuilzak blikjes en twee hippe zonnebrillen. Alleen jammer dat ze niet op sterkte zijn en ik er dus weinig mee kan zien.

Verloren voorwerpen

Begin september gaan we beginnen uitkijken naar een goed weather window, een periode waarin de wind en het weer gunstig is om veilig verder te varen naar Colombia. We kijken ernaar uit want de foto’s en berichtjes die we van onze vrienden ontvangen die al in Colombia aangekomen zijn liegen er niet om

Voor we op reis vertrokken, kreeg ik van Christel een boek met als titel ‘Mango’s aan boord’. Bijna elke vrouwelijke vertrekker heeft dit boek gelezen : het is het reisverhaal van een Canadese vrouw die samen met haar man op een zeilboot een ‘rondje Carieb’ maakt. Het verhaal is doorspekt met recepten die ze aan boord klaarmaakt.

Sinds onze oversteek naar Suriname, alweer zeven maanden geleden, eten we vrijwel dagelijks een mango in onze yoghurt ’s ochtends. Langs deze kant van de oceaan heeft zowat iedereen die een tuin heeft een Mangoboom staan. De bomen zijn meestal volgeladen met vruchten, en dikwijls zie je langs de straat de rijpe afgevallen vruchten gewoon liggen.

Op de plek waar ik regelmatig Dushi hier uitlaat staat ook zo’n boom. En gisteren raapte ik er een half emmertje vruchten. Ik had immers al een tijdje in mijn hoofd om eens zelf mango chutney te maken, een bijgerechtje afkomstig uit de indische keuken. Dat is best eenvoudig eigenlijk.

Ingrediënten

250 g mango vruchtvlees – 3 eetlepels citroensap – 4 eetlepels sinaasappelsap – 4 eetlepels wijnazijn – 1/2 rode ui – 1 teentje look – 2 eetlepels geraspte gember – 2 eetlepels rietsuiker – 2 eetlepels honing – 1 koffielepel curry poeder – 1 koffielepel chilipoeder – 1 koffielepel kaneel – 1 koffielepel muskaatnoot

Stoof de fijngesnipperde ui met de look en de gember even aan. Doe hierbij de andere ingrediënten, breng aan de kook en laat hierna op een klein vuurtje gedurende een kwartiertje pruttelen. Zorg dat je regelmatig roert zodat het niet gaat aanbranden.

Schep terwijl de chutney nog heet is in een in heet water afgespoelde bokaal en sluit af. Bewaar de chutney in de koelkast. Zeker na openen : omdat er weinig suiker aan toegevoegd wordt bewaart hij niet zo heel erg lang.

Lekker bij een gebakken stukje kip met rijst en salade!