Het is al eventjes stil op de blog. Een blog-block als het ware. Dat komt voor een groot stuk door het orkaanseizoen.

Om de orkanen te vermijden zijn we eind juni vanuit Santa Marta naar Curaçao gevaren. We liggen hier, net zoals 60-70 andere boten op het Spaans Water, een lagune omringd en dus beschermd door bergen en heuvels.

Bovendien komen in dit gebied géén orkanen voor. Dat is elders in de Carieb wel anders. Veel vroeger dan gebruikelijk is er dit jaar de hevige storm Beryl gepasseerd. Zij maakte heel veel schade op de eilanden Union, Mayreau (St Vincent en de Grenadines) en Jamaica.  We zagen met grote ogen hoe een heel aantal jachten last minute op de vlucht gingen naar Trinidad. We hoorden ook van kennissen die we vorig jaar hadden leren kennen en wiens boot voor onderhoud nog op de kant stond in Cariacou. Het was niet de bedoeling om dan nog daar te zijn, maar door achterstand in de werken was het helaas wel zo. Hun boot is total loss.

Union Island, Vanessa overschouwt haar verwoeste restaurantje. Hier vierden we een 18 maanden geleden een verjaardagsfeestje 🙁

Heel mooi was dat er meteen door een aantal schippers met vereende krachten hulpacties werden opgezet. Een jong koppeltje dat we ook vorig jaar hadden leren kennen vaarde dezelfde week nog terug naar het rampgebied met hun boot volgestouwd met materialen en etenswaren betaald met geld wat ze bij collega cruisers ingezameld hadden. Hartverwarmend.

Het orkaanseizoen duurt nog tot oktober en zolang blijven we dus beschermd in deze regio. Maeva is een week uit het water geweest om het jaarlijkse onderhoud aan het onderwaterschip te doen.  En later werd de distributie riem vervangen. Die had ook al zijn aantal uren dienst gedaan. Bovendien kreeg Maeva nieuwe zeilen en is ze dus alvast  klaar voor nieuwe avonturen.

Maeva op de kar in Curaçao marine zone

We kijken trouwens met erg veel plezier terug op het voorbije seizoen, naar ons verblijf in de San Blas en Bocas del Toro (Panama) en Cartagena en Santa Marta (Colombia).

Bienvenido. Adelante. Permiso? Con mucho gusto! A la orden! Hasta luego!

Welkom. Kom verder. Mag ik? Met veel plezier! (goesting?) Tot je dienst! Tot later!

Hoe vaak hebben we deze korte zinnetjes niet gehoord de voorbije maanden? Het maakte dat we ons écht welkom voelden zowel in Panama als Colombia.

We voelden ons ontzettend welkom bij Casa Alibri in de regio rond Santa Marta. Via Dimitri, de Belg uit Meise die we ergens in oktober hadden ontmoet in Bucaramanga, kregen we de gouden tip om hier te gaan logeren. We wilden immers de kans om toch ook een stukje van het Tayrona park te zien niet laten voorbijgaan.

Casa Alibri ligt in de heuvels bij Palomino, en wordt uitgebaat door een uit Antwerpen afkomstige zus en broer. Alix is een internationaal fotomodel geweest, Brice is chefkok. We waren op dat moment de enige klanten in hun pensionnetje en werden uitgebreid in de watten gelegd.

De eerste dag gingen we al wandelend naar de Poza Encantada (het betoverde zwembad). Wat een prachtige omgeving! Het water van de rivier was glashelder en lekker fris (het water kwam rechtstreeks uit de Sierra Nevada). Er zat heel veel vis (iets forel-achtigs) ook. Het duurde dan ook niet lang eer zowel Dushi als wij in de rivier zaten.  We hadden geluk, want hadden heel de Poza voor ons alleen. Onder de waterval gaan staan lukte echter niet omwille van de stroming!

Poza Encantada. Het water is er zo helder dat je zelfs op een foto de bodem ziet
Een ontbijtje gemaakt door Brice. Met lekkere advocado vers van de boom

De dag nadien reden Brice en Alix ons in hun Jeep naar de rivier Don Diego. Met een bootje gingen eerst we de rivier stroomopwaarts en daarna stroomafwaarts. Aan het strand aten we de lekkerste verse ceviche!

Terug in Santa Marta werden we op sleeptouw genomen door Viviana en Emmanuel om de beste locale culinaire plekken te ontdekken. Zij wonen immers al enkele jaren in Santa Marta.

Tussendoor begonnen we de boot voor te bereiden op ons vertrek naar Curaçao. Omdat die intussen al enkele weken stil lag besloten we om een dagje uit te varen om de romp op aangroei te checken. Gelukkig viel dat goed mee. We maakten er een fijn  dagje van samen met Brice en Alix die deze keer bij ons op bezoek kwamen.

De tocht terug beloofde van het heftige type te worden. Tegen de stroming en de golven in. De eerste nacht was er dan nog fel onweer in de buurt. We probeerden het heftigste te vermijden dankzij de radar maar op een bepaald moment was er een blikseminslag vlakbij. Zo één waarbij de lucht naar zwavel ruikt. En met een luide knal er vlak achter. Brrr. Niet leuk. Wetend dat de mast van Maeva twintig meter hoog boven water steekt en lijkt te zeggen “pak me dan als je kan…”

Gelukkig bleef het daarna bij gerommel verder weg en konden we zonder schade verder varen. De tocht duurde 80 uur, waarvan we er 40 op motor aflegden, om te geraken waar we moesten zijn.

Omdat we het niet wilden riskeren om bij valavond het Spaanse Water op te varen (aan de ingang ligt langs weerszijden een rif) vaarden we naar Fuikbaai een mijl verderop. Al moeten we ook toegeven dat we ook wisten dat onze vrienden van Blowing bubbles en Soundwaves er ook zouden zijn.

En zo bleven we de avond nadien mee genieten van een BBQ op het strand met live gitaarmuziek erbij.

Dit hebben we de voorbije weken regelmatig gedaan om wat afwisseling te brengen in het toch wel lange orkaanseizoen. Op Fuikbaai liggen is dan een welkome afwisseling.

We kregen ook bezoekers de voorbije weken : Dave en Rhonda vlogen vanuit Bocas del Toro over. We hadden hen verteld over de schoonheid van de onderwater wereld hier. En aangeboden om het vanop de Maeva zelf te ontdekken.

Vrijwel elke dag gingen we samen duiken en de tien dagen vlogen voorbij.

En ook onze opstappers die twee jaar geleden mee de oceaan overstaken, Hilde en Werner,  kwamen ons bezoeken. Met hen vaarden we van Curaçao via Fuikbaai en Klein Curaçao naar Bonaire, waar Maeva blijft liggen tot eind oktober.

Het zoutwinnings gebied aan de Zoutpier. Prachtige kleuren!
De zoutmijnen uitgebaat door Cargill

Bonaire is veel kleiner dan Curaçao en veel minder bebouwd. Het eiland is voor een heel groot deel beschermd natuurgebied en dat is zeer aangenaam. Ook de kust rondom het hele eiland is natuurgebied. Dat maakt het moeilijk om een zwemplek te vinden voor Dushi,  maar zolang we tweemaal daags een wandeling gaan maken met hem is dat meer dan ok voor hem.

Op de verschillende zoutwater meren zie je verschillende flamingo’s, caracara’s, visarenden en andere kleurrijke vogels. En regelmatig kom je onderweg ook wilde ezeltjes tegen. Zij zijn eeuwen geleden geïmporteerd als lastdieren, maar sinds ze daarvoor niet meer gebruikt worden lopen ze los over het eiland. Sommigen komen brutaal kijken of we iets van eten mee hebben als we met de huurauto vertragen en de ruit open doen om een foto te maken. Er zouden er een kleine 2000 rond lopen.

Dagelijkse afspraak met de wilde ezeltjes
De ene heeft interesse, de andere vertrouwt het niet helemaal

Maeva hier ligt in de Marina, want dat kost ongeveer hetzelfde als op een mooringbal liggen en gebruik maken van een dinghy dock. Met Dushi is het echter veel comfortabeler om enkel even van boord te moeten stappen om te gaan wandelen.

We maken met Hilde en Werner enkele uitstappen. We bezoeken samen het prachtige Washington slagbaai natuurreservaat en gaan samen kajakken tussen de mangrove van Lac. Wel even schrikken als we de weken erna horen dat er een krokodil is opgemerkt in dat gebied. De natuurbescherming heeft ze na drie weken hard zoeken eindelijk gevangen. Helaas is het dier vlak erna gestorven van de stress. 

tijdens de windstille dagen ervoor is overgezwommen van in Venezuela, wat uiteindelijk vlakbij ligt.

Ook met Hilde en Werner vliegen de dagen voorbij. We genieten van het snorkelen en vieren samen de verjaardag van Bart.

Werner en Hilde bleven een dagje langer om Barts verjaardag te vieren! “62 zijn is niet erg, het vaart even goed en het is bovendien een even getal”, zegt Werner.

De week daarna is het de jaarlijkse Regatta van Bonaire. Er is een speciale klasse voor boten als de onze, en dus beslist Bart om mee te doen. We worden eervol derde in onze reeks. (Het helpt dat er niet zoveel deelnemers zijn in onze klasse)

Ook op het land werd er vanalles georganiseerd tijdens de regatta-week
’t was met echte trofeeën
De trofee
Tijdens de regatta is er geen plaats meer in de Marina en liggen we op een mooring

Van zodra we terug met ons tweeën zijn, gaan we dagelijks duiken. Er zijn verschillende duik spots makkelijk bereikbaar met de dinghy, we doen zelfs onze eerste nachtduik onder ons tweetjes. Het water is hier op één of andere manier nóg helderder dan op Curaçao en de variatie in vissen en andere onderwater dieren nóg groter !

Onze Canadese buurvrouw van in de Marina, Sophie, neemt ons niet alleen mee in de auto om boodschappen te doen, maar neemt ons ook mee naar haar lievelings duik spot : de Zoutpier.

Vanaf deze pier wordt het zout dat in de zoutmeren wordt gewonnen door Cargill verscheept. Het is echter ook de meest populaire plek om te gaan duiken. Ondanks de menselijke interactie is er een gigantisch aantal soorten vissen. En grote scholen verschuilen zich tussen de staketsels die intussen ook rijkelijk begroeid zijn met sponzen en koralen. Prachtig gewoon. Als we dan ook nog een schildpad zien die uitgebreid wil poseren voor de camera van Sophie zijn we helemaal de wereld te rijk!

Barracuda’s zien er altijd een beetje gemeen uit
De ondergrondse palen bieden beschutting voor verschillende soorten vissen

Daags nadien nemen we deel aan de onderwater clean up aan de South Pier, de plek waar oa de grote cruise schepen aanleggen. En hoewel op voorhand werd gezegd dat dit een vrij proper gebied is, slagen we erin om met zo’n 74 vrijwilligers, op een uurtje tijd (de tijd tot één duiktank leeg geademd is) een container van ongeveer 150 kg afval te vullen. Helaas kunnen we de grote stukken afval en de grote aantallen wielen en banden niet ruimen anders was het een veelvoud van dit getal geweest. Het doet plezier om iets terug te kunnen doen voor de oceaan, die tenslotte onze favoriete speeltuin is. De duik club die deze clean up organiseerde bedankt ons door ’s avonds een BBQ op te zetten. Fijn!

Tijdens onze tijd op het eiland hadden we her en der al een aantal gemarkeerde nesten van zeeschildpadden gezien. Ik had ergens gelezen dat we met de organisatie die zich hiermee bezig houdt, mee konden.

En zo gingen we dus ’s ochtends vroeg met een tiental personen mee met drie vrijwilligers die drie keer per week de nesten registreert op Klein Bonaire, een onbewoond eilandje vlakbij. De nieuwe nesten worden gemarkeerd en nagekeken. Wij hadden geluk : er waren de voorbije dagen twee nieuwe nesten bijgekomen. En één van de nesten die er al zo’n zestigtal dagen lag bleek uitgekomen. Bij het checken hoeveel uitgekomen eieren er waren bleken er nog vier jonkies onder het zand te zitten. Deze diertjes lieten we te water.

Dit was echt buitengewoon mooi om mee te maken! De kleintjes werden op het zand gezet en zetten het meteen op een lopen richting zee. Eenmaal dit gelukt was werden ze door een golfje opgepikt en zwommen de diertjes weg, de grote oceaan in. Binnen een dertigtal jaar zijn deze dieren volwassen en kunnen de vrouwtjes op hun beurt opnieuw eieren leggen. Ze leggen een 150-tal eieren per keer, en dit een zestal keer per jaar, met tussen elke leg een periode van een tweetal weken. Dit blijven ze doen tot ze ongeveer 100 zijn. Enkel de vrouwtjes komen terug aan land. De mannetjes blijven tot het eind van hun leven in zee. Helaas overleeft maar één op de 1000 kleintjes het. De anderen komen wel eens gewild of ongewild terecht in de netten van een visser, worden opgegeten door grote vissen, raken gekwetst of worden ziek en sterven zo.

Klein maar gelukkig ook héél erg dapper

Dit jaar alleen al had de organisatie op Klein Bonaire al 68 gelegde nesten geteld waarvan er inmiddels 47 nesten zijn uitgekomen. Er moeten dus al een kleine 5900 van die kleintjes rondzwemmen die geboren werden in dit broedgebied, wat meteen ook het grootste broedgebied is van Bonaire, de twee andere gebieden zijn minder groot.

Klein Bonaire dé nestplaats bij uitstek voor de waterschildpadden
Een heremietkreeftje. Als haar huis te klein wordt verhuist ze gewoon naar een grotere schelp die ze vindt

Mijnheer leguaan kwam ook even kijken

Mensen die Bart een beetje kennen, weten allemaal dat hij een gigantisch pasta-liefhebber is en dat een huisgemaakte lasagne bij zijn absolute favorieten behoort.

Maar zelf lasagna maken is wel wat bewerkelijk. Eerst een goede tomatensaus en béchamel maken, de lasagna opbouwen in een ovenschotel en dan ook nog bakken in de oven : in de kleine, warme keuken van onze boot is dat nét wat teveel gevraagd.

Tot ik een recept zag van Sofie Dumont, waar ze deze eénpanslasagne maakte.

De basis is hetzelfde als thuis : je maakt een lekkere tomatensaus met gehakt in een kookpot die je zowel op het kookvuur als in de oven kan gebruiken. Ipv de béchamel roer je door de saus een flesje room. En dan de ultieme truc : in plaats van je lasagne horizontaal op te bouwen, steek je halve lasagnebladen verticaal in de saus. Je moet enkel zorgen dat de stukjes helemaal in de saus verdwijnen. Hierover strooi je flink wat mozzarella en dan zet je het geheel een halfuur in de oven.

Lekker makkelijk toch? ( en ik lig alweer in de bovenste schuif bij de kapitein!)

Eenmaal op het bord is er niemand die ziet dat deze lasagne verticaal in de oven ging!

https://www.sofiedumont.be/recept/one-pot-lasagne/

Waar kom je vandaan? Uit de Verenigde Staten? Oh! Uit België! Ik ken België alleen van het voetbal. Is België een groot land? Nee naast Colombia zijn alle landen klein, en België al helemaal! Zijn alle mensen er zo wit als jij? Ik probeer niet te vertellen dat ik na meer dan twintig maanden op reis al meer dan behoorlijk bruin zie! Natuurlijk niet in vergelijking met Romelu Lukaku. Want dat is een figuur die de mensen hier kennen! En Thibault Courtois.

Ik zit in de taxi die me van bij de kiné praktijk naar de Marina Club de Pesca terugbrengt. Ze proberen daar in sneltempo ‘een nieuwke’ van me te maken. Daniela en haar collega’s zijn één voor één schatten. Spring-in-t-velden van net voorbij de twintig die weleens samen een dansje doen voor de spiegel in de praktijk of meezingen op één of ander Spaanstalig nummer wat – luid – wordt gespeeld in de praktijk.

De eerste dagen heb ik teveel betaald voor enkele van mijn taxiritten. Maar al doende leer ik. En in plaats van te vragen hoeveel ik moet betalen, vraag ik nu, terwijl ik ze al in mijn hand heb, of 15000 Pesos (4€) volstaat.

Het is bloedheet in Cartagena. En vochtig. Het voelt aan alsof het 41 graden is, en ik heb sinds kort een klein doekje bij me in mijn handtasje, waarmee ik onvermijdelijke zweetdruppels kan wegvegen. Ook dat heb ik opgepikt van de taxichauffeur!

Overdag is het dikwijls te heet om veel te doen. Maar ’s avonds genieten we van de levendige wijk Getsemani met zijn vele lekkere en aangename restaurantjes. We voelen ons hier volstrekt veilig maar vermijden systematisch de straten waar we alleen zouden kunnen zijn. Dat zouden we eigenlijk overal zo doen. Overal is er gigantisch veel politie op straat.

De taxichauffeur wenst me een ‘feliz dia’ en ‘Vaya con Dios!’ Ik stap al neuriënd uit de taxi. Aiaiai Puerto Rico!

Colombia : El Cafetero

We zijn uitgenodigd bij onze Franse vrienden met wie we het voorbije jaar regelmatig hebben samen gevaren. Zij hebben hun boot, Morpheus (ook een Beneteau 473), verkocht en huren nu gedurende minstens vier maanden een huis in de koffiestreek, El Cafetero. Hun kinderen, Rose en Arthur zijn ingeschreven op school. Zijzelf volgen Spaanse les, en proberen een manier te vinden om hier in Colombia een broodwinning te vinden. Als dit niet lukt keren ze in het najaar terug naar Frankrijk.

We reizen met het vliegtuig naar Pereira. Een binnenlandse vlucht waarmee je voor weinig geld naar de andere kant van het land kan reizen. Het staat ons toe om op anderhalf uur 1000km af te leggen. We worden op de luchthaven opgewacht door Sébastien, Rose en Arthur, met bloemenkransen 🙂 Het regent in Salento, maar de ontvangst is heel erg warm.

De ezel van het huis, Pedro l’âne (elke gelijkenis met het haarverzorgingsmiddel is niet toevallig), balkt op vaste tijdstippen. Meestal op het uur!

Een paar dagen later komen JC en Aline ook aan. Samen bezoeken we de typische stadjes in de buurt. We rijden met één van de Willy’s jeeps naar een koffieplantage in de buurt. Ze wordt gerund door Fransen. Tijdens de rondleiding blijkt hoe arbeidsintensief het runnen van een koffieplantage is. Gelukkig kunnen ze het combineren met de verhuur van enkele kamers en de verkoop van wat zelfgemaakte confituur, kaas en ijs. Het uitzicht is zoals op veel plaatsen hier spectaculair! En de vele kolibries vliegen af en aan.

Paparazzi
Maar het resultaat mag er dan ook zijn!

Als het op zondag blijkt te regenen en er weinig hoop is op beterschap voor die dag, rijden we naar Santa Rosa. Er is een spectaculaire waterval, maar ook warmwaterbronnen. Ideaal om op een druilerige dag met vrienden te genieten!

Advocado’s
Onrijpe koffiebonen
De mooie bloem van de passievrucht
Mini orchideetje
Rijpe koffiebonen

En dan vraagt Amélie me of een tocht te paard me zou lukken? Niet ver van hun huis bevindt zich de Cocora vallei, een vallei waar enkele honderden Waspalmbomen staan. Dit zijn de hoogste palmen ter wereld, ze kunnen tot 60 meter hoog worden. Vroeger werd van de was rond de stam van de palmbomen kaarsen gemaakt.

We maken een rit van drie uur te paard. De dieren kennen de weg maar er zit toch ook nog wat pit in. Twee gidsen begeleiden ons door riviertjes en langs smalle paadjes. Het uitzicht is adembenemend!

Het is van op een sportdag in het laatste jaar van de humaniora geleden dat ik dit heb gedaan. En met een extra ontstekingsremmer de dag zelf én de dag erna blijkt het nog niet zo héél erg slecht voor mijn rug te zijn. Zolang het paard netjes blijft stappen en niet in draf of galop gaat, is alles ok.

Rose, kranig als altijd, liet niet merken dat ze het soms best wel spannend vond
JC gaat effe Live
De enige echte Amazone in onze groep!
Arthur
Aline
Je zou het bijna vergeten. Dit zijn de Waspalmbomen waar de vallei bekend om staat
Amélie, Arthur en Rose
Poor lonesome cowboy

Op een regenachtige dag rijden we naar Santa Rosa. Hier is niet alleen een prachtige waterval: er zijn ook warmwater bronnen. Een betere activiteit hadden we niet kunnen vinden op deze druilerige dag. (Het is tenslotte regenseizoen)

We nemen afscheid van JC en Aline, die terug naar hun boot in Panama City vliegen. Het is onwaarschijnlijk dat we elkaar de komende jaren nog gaan tegenkomen want zij steken binnen enkele maanden over naar de Markiezen eilanden en gaan dan verder de Stille oceaan op. We gaan hen missen verdorie!

We genieten nog van een laatste dagje met Amélie, Sébastien en de kinderen. Ik help de kinderen met het klaarmaken van een moederdag-verrassingsontbijt. En krijg zowel van Rose als Arthur een mooie tekening want het is tenslotte moederdag voor álle mama’s. Schattig toch? Bovendien word ik ook door mijn eigen kinderen niet vergeten, die me lieve berichtjes sturen.

’s Avonds zijn we uitgenodigd bij een andere Fransman, Yannick, die hier een Finca heeft opgebouwd tot een hotelletje met luxekamers. Ik krijg er, zoals beloofd, een opleiding om Margaritas te mixen.

Colombia : Medellín

En dan is het ook voor ons tijd om verder te trekken. We reizen met de bus vanuit Armenia naar Medellin. Zes uur duurt de reis, maar we zitten op een luxueuze tourbus, met airco, Wi-Fi en gigantisch veel beenruimte. We genieten van  het prachtige landschap want de weg loopt ook hier door de bergen.

We hebben op aanraden van onze Franse vrienden een rondleiding geboekt door David, een jonge Colombiaan die geboren en getogen is in Medellin, maar vloeiend Frans spreekt. Hij neemt ons met metro, kabelbaan en taxi mee naar Comuna 13, één van de wijken van Medellin die in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw hét territorium was van drugskartels, bendes en guerrilla’s. Pablo Escobar was hier thuis en zorgde dat hij hier de macht had. De buurt heeft namelijk een strategische ligging, vlakbij de snelweg, ideaal om drugs, geld en wapens snel de stad in en uit te smokkelen. Ander sterk punt is dat de wijk vrijwel ontoegankelijk was voor leger en politie. Het is een wijk met veel trapjes en smalle steegjes, en niemand komt er ongezien in of uit. Tot in 2002 werd er een ware oorlog gevoerd tussen guerrilla’s, paramilitairen en lokale straatbendes. Deze kwam ten einde toen de overheid een verbond sloot met de paramilitairen en ze samen de wijk in trok op zoek naar leden van het FARC. De wijk werd vanuit de lucht beschoten. Kinderen werden ingezet om ‘verdachten’ dood te schieten. Als ze dit weigerden bekochten ze het met hun eigen leven. We staan met zijn allen op een speelpleintje, de plek waar zoveel jaar geleden kinderen werden gevraagd om bekenden af te maken. Dit komt binnen.

Het speelplein dat gebruikt werd als executie plaats

Als beloning voor hun steun kregen de paramilitairen vrij spel in Comuna 13. Het deed het geweld enkel maar exploderen in de wijk, tot in 2013 een wapenstilstand werd gesloten tussen de grootste bendes.

Niemand weet hoeveel doden er zijn gevallen tijdens deze periode, en op één of andere manier is er nog steeds geen werk gemaakt van het proberen identificeren van de lichamen die werden gedumpt op een nabijgelegen vuilnisbelt. Feit is dat alle inwoners van deze wijk wel iemand uit hun familie of omgeving hebben die is omgekomen. En dat er nog steeds onduidelijkheid bestaat wie er recht in zijn schoenen staat.

Waar een doorn sterft wordt een roos geboren.  Gelukkig is er een positieve noot bij het gruwelijke verhaal wat David ons vertelt : Medellin heeft niet alleen ingezet op herstel maar ook op transformatie. Zo heeft de stad ingezet op bereikbaarheid! De stad heeft een efficiënt openbaar vervoersnetwerk : bussen, metro, metro-cable, je kan zonder probleem van de ene naar de andere kant van deze gigantische stad (4 miljoen inwoners) reizen met het openbaar vervoer. Voertuigen en stations zijn modern, kraaknet, ruim en licht. Je zou denken dat het gloednieuw is.

De wijk Comuna 13 heeft zich bovendien ontpopt als een decor voor streetart. Muren staan bomvol prachtige graffiti, die dikwijls verwijzen naar de (bloederige) geschiedenis van de wijk, hun afkomst en de verbondenheid met de natuur, maar ook naar hoop – de kolibri is blijkbaar een symbool voor hoop en die kom je overal tegen. Er is ook muziek : rap artiesten treden voor ons op en maken aan de hand van een aantal willekeurige woorden die we kiezen een lied, breakdance groepen halen halsbrekende toeren uit. David vraagt ons om  de artiesten wat geld te geven voor hun performances : het geld dat ze verdienen dient niet als extraatje om in het weekend met hun vrienden uit te gaan, maar om hun families eten te geven.

Waren we onder de indruk van deze rondleiding? Amai nog niet! Je kan in je eentje ook door deze wijk lopen, maar dan zie je de helft niet van wat er eigenlijk allemaal te zien is.

Bovendien liet David ons proeven van de lekkerste street food, verse empanadas, fruitsoorten, ijsjes gemaakt uit vers fruit, met zout. Ik durfde het zelfs aan om te proeven van een hormiga culona, een dikbilmier! (Een beetje een gerookte zoute pindasmaak en erg krokant) Niet slecht, maar niet om er direct een heel pakje van te kopen.

Na deze intense voormiddag wou ik graag naar de plaça Botero waar er verschillende bronzen beelden van deze enkele maanden geleden overleden Colombiaanse beeldhouwer staan. De man was ooit illustrator in een krant, en heeft een heel herkenbare speelse stijl. Alleen jammer dat we moesten gaan schuilen voor een felle onweersbui.

Daags nadien besloten we om heel de stad te doorkruisen met het openbaar vervoer om zo naar een park te gaan, net buiten de stad. Vanuit de Metro Cable zagen we Medellin onder ons passeren vanuit de lucht. Prachtig!

We deden een wandeling van meer dan een uur door het bos en waren net op tijd terug voor er alweer een gigantisch onweer uitbrak. Waardoor we nog een hele tijd moesten wachten om de metro terug te nemen, want als het onweert wordt de kabelbaan stil gelegd. Ach ja, gelukkig waren ook hier verschillende kraampjes voorzien waar je fruit en koffie en warme chocolademelk kunt kopen!

Nog meer mini-orchideeën
Monkey face

Vanuit Medellin vlogen we terug naar Cartagena. We moesten er terug wennen aan de vochtige hitte, want in de bergen in het binnenland is het een heel ander klimaat dan aan de kust, en dat scheelt hem toch wel een 20 à 30 graden soms!

En toen was er tegen het begin van de week een gunstig weervenster om naar Santa Marta te varen. Wat we natuurlijk niet lieten voorbijgaan. Hier blijven we enkele weken om dan van hieruit naar Curaçao te varen voor het orkaanseizoen. Maar eerst dus nog enkele weken in Santa Marta. En genieten van dit uitzonderlijke land.

Hebben we veel gemerkt van de kwalijke reputatie die Colombia in Europa of de VS heeft?

Bij een politiecontrole kregen we een boete van 300000 pesos (70€) omdat Bart zijn veiligheidsgordel niet droeg.  Toen bleek dat hij maar 40000 pesos op zak had, vond de agent dat ook voldoende. Hij stak de briefjes discreet in zijn broekzak en wij mochten verder rijden. Het spreekt voor zich dat we niet hebben aangedrongen om een betaalbewijsje te krijgen.

En toen we ’s avonds van het restaurant naar huis stapten, bood een sigarenverkoper ons zijn koopwaar aan. Toen we geen interesse hadden in zijn sigaren zei hij dat hij ook Marihuana of Cocaïne bij had. Waarvoor we ook hebben bedankt.

De Colombianen zijn enorme liefhebbers van – meestal luide- muziek. In Cartagena kan je als toerist meevaren op één van de vele bootjes met een DJ aan boord. In de straten rijden verlichte bussen met luide muziek waar je kan dansen en feesten tijdens een rit door de stad. Eigenlijk wordt er overal gedanst en gezongen. In de winkel, bij de kiné, op straat, op de werf, in de taxi.

Maar Colombia is voor ons toch vooral het land met de ongelooflijk vriendelijke mensen. Als je enkele woorden Spaans spreekt en je je best doet om hen in aan te spreken vinden de mensen dat geweldig, dan ben je snel één van hen.

Colombia is ook het land waar er voor elk kapot toestel een hersteller bestaat. Voor onwaarschijnlijk weinig geld laat je er je schoenen herstellen : als de lijm van de zool van Barts sandalen niet bestand blijkt tegen zeewater en hitte wordt deze door de lokale schoenmaker vastgenaaid. Als ik ter plekke beslis om ook nieuwe hakken op mijn sandalen te laten zetten en ik geen extra paar schoenen mee heb, doet de man zijn slippers uit, en leent ze me, zodat ik niet blootsvoets terug naar de Marina moet 😉

Een man op de metro merkt dat we geen toegang hebben omdat we geen kaart hebben kunnen kopen en betaalt voor ons beiden een ticketje. Hij wil hiervoor niet terugbetaald worden.

De schilder die wat krassen op de boot herstelt, en een hele dag in de hete zon heeft gewerkt, draagt een mooi zonnehoedje. Ik geef hem er een compliment over en hij wil me het hoedje cadeau geven.

En het goeie nieuws is : we hebben nog enkele weken tegoed in dit mooie land voor we richting Curaçao varen voor het orkaanseizoen!

We keerden dus terug naar Guna Yala. Na een eerste stop in Chichime waar we door onze Franse vrienden werden onthaald met een fantastische barbecue en een onvergetelijke avond samen vaarden we naar Cayo Holandeses.

Zeearend
Toch nog enkele kinderen op het eiland. Ze stopten met plezier even met het plukken van de kip die die avond op het menu stond om te spelen met Dushi
De overlevenden

Ik keek ernaar uit om er Ephraim en Marcelina terug te zien, een koppel Guna’s waar we in november kennis hadden gemaakt, maar na een eerste wandeling op hun eilandje stelde ik vast dat nu flink wat hutten er verlaten bij lagen. Beetje bij beetje vernam ik wat er aan de hand was.

De vrouw van de chefe die in november nog onze Guna vlag met het hakenkruis had genaaid, bleek intussen plots overleden. De chefe had hierna zijn onderkomen gezocht in Panama city om er gedurende onbepaalde tijd zijn gedachten te verzetten.

En blijkbaar was het schooljaar inmiddels terug begonnen en waarop de moeders met jonge kinderen verhuisd waren naar de grotere dorpen waar er scholen zijn.

Oef, als het dat maar is!

QGezien onze vrienden van de Morpheus hun boot hadden verkocht, kregen we hun harpoen. We werden door onze andere Franse vrienden JC en Aline meegenomen naar een prachtig rif waar Bart meteen ook de beginselen van het harpoen jagen aangeleerd kreeg. Ik hield het deze keer bij het opduiken van conch (in het Frans Lambi). Deze gigantische schelpen worden als ze schoongemaakt zijn omgetoverd in een ceviche. Het ‘vlees’ wordt samen met een heel fijn gesneden rode ui gegaard in het sap van limoen. Wat roze peper, een snuifje zout en een lekje cocosmelk erbij en klaar is het.

Conch

De vissen  die de mannen hebben geschoten worden gegrild op de BBQ. Het geeft voldoening om met de lokaal beschikbare ingrediënten te koken. En het smaakt nog meer als je ze zelf hebt gevangen.

JC
Des ‘shamalows’

Wij nemen afscheid van de bemanning van Jeole1. Zij gaan nog even naar Panamarina alvorens ze het Panamakanaal door gaan. Alweer afscheid nemen van mensen met wie je onvergetelijke momenten hebt doorgebracht.

We varen naar Green island. Normaal gaan we daar enkele dagen ankeren. Maar het miniatuur eilandje Waisaladup waar we voorbij varen is zo mooi dat we ons tussen de riffen door manoeuvreren en daar ons anker droppen.

De bedoeling is om een dag of twee, drie daar te blijven, maar de plek is zo uniek, dat we telkens met een dagje verlengen. We krijgen regelmatig bezoek van lokale vissers en kopen volop verse vissen, verse langousten en verse krabben.

De groenteboer passeert
De krab wordt zonder probleem al gekuist

Het is een plezier om met hen een babbeltje te doen en te onderhandelen. Dit volk heeft niet veel bezittingen, maar wel een fijn gevoel voor humor. Eén van hen vertelt dat zijn kompanen Walter en Walter heten en bovendien nog broers zijn ook. Hij schatert het uit. We onderhandelen over de prijs van de vis, en meestal eindigt het erop dat ze de vis (of kreeft, of krab) voor me schoonmaken en er eventueel een frisdrankje of wat water bij krijgen. Het doet me alweer denken aan hoe mijn vader bij de verkoop van de koeien meestal een extra ossentong of -staart bovenop de afgesproken prijs binnen haalde.

De Walters

Vlees is hier bijna niet te verkrijgen, maar ons menu is niet eentonig. We eten roodbaars uit de oven, een tartaar van tonijn (met advocado en papaya,gekocht van de groentenboot), een curry van krab, pasta – en risotto met langoust. Te zeggen dat Bart bij zijn eerste oceaan oversteek 10 jaar geleden gedurende 16 opeenvolgende dagen alleen maar spaghetti met bolognaisesaus uit een pot heeft gegeten. Hij klaagt niet.

We zouden zelf kunnen vissen, er zit ontzettend veel vis hier, maar kiezen ervoor om vis te kopen van de plaatselijke vissers. Op die manier geven we hen de kans om wat brood op de plank te brengen voor hun familie. En voor de 2 Balboa (=2 dollar) per pond vis moeten we het niet laten.

How’s life? Not too bad

Omdat het weerbericht meer wind en hoge golven voorspelt, varen we terug naar Nargana. We waren hier in November ook al geweest en weten dus dat we hier uiterst beschut gaan liggen. Bovendien is dit één van de plaatsen waar Dushi zoveel heeft gespeeld met de lokale kinderen. Ik kijk er dus ook erg naar uit om hier terug aan land te kunnen gaan.

En ja hoor. Binnen de kortste keren hebben we weer een tiental kinderen rond ons die met veel plezier een balletje gooien met Dushi. Dit is de daaropvolgende dagen niet anders. En op zondag komt ook het jongetje dat vorige keer de hele tijd rond ons hing aangelopen. Ik krijg spontaan een dikke knuffel! ‘Ik ken jullie’ roept hij. Hij komt bij me zitten en ik krijg het ijsje wat hij aan het eten was aangeboden. Veel meer dan een klompje huisgemaakt waterijs in een kartonnen bekertje is het niet. Ik bedank voor het aanbod : de bedenkelijke kleur van het beige ijsklompje doet me twijfelen over de herkomst van het gebruikte water, maar ben al bij al toch heel erg gecharmeerd!

Mijn naamgenote Mariana
De allerschattigste!

Er meldt zich een gunstig weervenster aan tegen het einde van de week en dus varen we in dagtochtjes richting Colombiaanse grens via Snug Harbour, bahia Masargandi en Puerto Perme.

Onderweg proberen we te vissen maar veel meer dan deze ‘dieetvis’ vangen we niet. Het neusje van de tonijn

Vanuit Perme is het een uurtje of twee varen naar Puerto Obaldia, waar we kunnen uitklaren. Er staan nog behoorlijk wat golven : het is een behoorlijk sportief ritje terug naar de boot. En ook de motor van de dinghy halen en de dinghy liften en achter de boot hangen is geen sinecure, maar uiteindelijk lukt het zonder al te veel problemen.

We houden enkele dagen halt aan één van de San Bernardo eilanden, Tintipan. We worden door de vissers geholpen om aan te leggen aan een boei. Het water rond de boot is zonder overdrijven kristalhelder en ligt vlak als een meer. Gelukkig, want als we gaan snorkelen zien we dat het touw van de mooring getuigt van flink wat creativiteit : op verschillende plaatsen zijn er touwen van verschillende diktes aan elkaar geknoopt, de ene al dunner en meer versleten dan de andere. Maar er is geen wind en er staan geen golven. En gedurende twee dagen genieten we van de prachtige koralen en vissen vlakbij de boot.

Zicht op zee vanop het terras van hostel Santa Lova, uitgebaat door enkele jonge Fransen. Ideaal om een aperitiefje te gaan drinken

En dan is het tijd om verder naar de bewoonde wereld te varen en komen we aan in bruisend Cartagena.

De eerste avond worden we meteen getrakteerd op vuurwerk
Zoek de verschillen!!!

Even geleden dat ik een receptje deelde, maar dit smaakte zo lekker dat het nu even moet !

Natuurlijk is het niet helemaal hetzelfde als je het met Europese krab maakt. Een deel van het genot is het feit dat de vissers met een kano naast onze boot komen om trots hun vangst aan te bieden. Acht krabben hadden ze gevangen en voor 20 dollar mocht ik ze allemaal hebben.  Mmm… Acht, dat was precies wat veel voor ons tweeën. Maar voor 10 dollar kon ik ook de drie grootste kopen. Als ik hen mijn mes gaf wilden de mannen de krabben ook voor me schoonmaken. Zo pasten ze zeker in de grootste kookpot die ik aan boord heb.

Terwijl ik een bouillon maakte met stevig wat peper en een bouillon blokje (ik moet wat zuinig zijn met mijn groenten die ik op voorraad heb want ik weet niet wanneer er ergens een groentenboot langs komt) bewerkte ik al de poten met een hamer. Op die manier wordt de smaak van de bouillon en later de saus beter opgenomen.  Eenmaal de bouillon goed aan de kook gaat het vuur uit en wordt de krab hiermee overgoten.  Met het deksel op de pot laat ik ze zo voorgaren.

Als het bijna etenstijd is kook ik rijst en snij ik een grote ui in grove stukken. Twee teentjes look gaan samen met een scheut olijfolie en de ajuin in de wok. Een derde van een pakje rode curry wordt  mee gebakken. Daarna mag ook de krab erbij  tot dat ze terug warm is.  Een blik cocosmelk maakt het af. 

Dit is een gerecht waarbij je je handen moet gebruiken en geduld moet hebben om te peuzelen. Wij likten letterlijk duimen en vingers af! Para chuparse los dedos.