De mensen van Guna Yala (oftewel San Blas), Panama
We varen vanochtend met de dinghy naar het land. Dushi staat met zijn voorpoten op de boord, hij is blij, want wil uitgelaten worden. We varen voorzichtig naar het strandje toe aan de punt van Isla Tigre. Niet omdat we bang zijn voor tijgers, maar omdat er hier zoveel koraalriffen zijn.
We leggen het bootje vast aan de palmboom met een ferme knoop. Op slot doen hoeft hier niet. De Guna’s zijn indigenes, de oorspronkelijke bewoners uit deze regio. En hoewel de regio deel uitmaakt van het land Panama, zijn ze volledig onafhankelijk hiervan. Ze leven volgens hun eigen oude Gunacultuur : per gemeenschap zijn er drie chefs, die samen met hun secretaris instaan voor de organisatie van het dorp. Dagelijks om 17:00 uur is er congresso, waar iedereen welkom is om zijn grieven te uiten.
Veel materieels hebben ze niet. Ze wonen veelal in hutten, gebouwd uit bamboe en afgedekt met palmbladeren, hier en daar staat er een betonnen of stenen gebouw. In de winkeltjes is er meestal olie, melkpoeder of melk in blik, wat mierzoete frisdrank en blikken tonijn te koop. Soms is er vers brood beschikbaar, soms wat ajuin en een pompoen.
De mannen gaan met hun kano vissen, of steken over naar de bergstrook op het vaste land om er mais en rietsuiker te oogsten, wat cocosnoten en platanes (bakbananen). Hier en daar wordt een varken gekweekt in een hok boven het water, hoog genoeg om veilig te zijn voor de zoutwater krokodillen. (We lezen overal dat ze er zijn maar hebben ze gelukkig enkel op de rivier gezien). Het grootste varken zal rond kerst worden geslacht voor de hele gemeenschap.
De mannen zwaaien van ver als we voorbij varen en lachen hun witte tanden bloot. Soms komen ze bij de boot vragen of we geen vis of octopus of langousten willen kopen. De prijs is vrijwel voor alles 5 dollar. Dat rekent makkelijk 😉
In één van de plaatsen waar we de voorbije weken waren komen ze ook vragen of we hen iets kunnen geven. Zo is er een albino man die vraagt of we geen zonnemelk hebben. We geven hem een tube. Zijn compaan in de kano neemt het aan. We vermoeden dat de arme man slecht ziet.
De Guna’s mogen enkel met andere guna’s trouwen. Vandaar waarschijnlijk de arme man zijn genetische afwijking. We zien het hier in elk dorp wel terugkomen. Je wil het niet meemaken om hier in deze brandende zon geen beschermend pigment te hebben.
Als ze trouwen gaan de Guna’s bij de familie van hun vrouw wonen. Een matriarchale gemeenschap, met mensen van verschillende generaties die samen wonen en voor elkaar zorgen. We ontmoeten de tante van David, wiens man tijdens COVID overleed. Haar zoon woont inmiddels op een ander eiland en dus zorgt David, onze gids, ook voor zijn tante.
Het is mooi om zien hoe de mensen samen werken, leven en ook wel genieten. Je hoort hen dikwijls lachen. Hoe gaat dat, als je regelmatig samen bent, dan wordt er geplaagd en plezier gemaakt.
De vrouwen dragen vaak nog de traditionele klederdracht. Heel kleurrijk! Ze borduren Mola’s, vierkante lappen met ofwel een dier erop, ofwel traditionele abstracte tekeningen. Deze vormen het lijf van hun kleurrijke blouses. De mouwen zijn meestal uit een bloemetjesstof, met kleurrijke linten versierd. De neus piercing is uit goud en betekent dat ze een kind hebben gehad. Ze verkopen graag hun Mola’s aan de westerse bezoekers. Maar om één of andere reden mogen we het niet vertellen aan anderen. De singer naaimachines met een handwiel aangedreven worden hier nog volop gebruikt.
Want er is wel electriciteit. Maar weinig. Overal staan er zonnepanelen en zelfs door het bos, tussen twee dorpen in staat er hier en daar straatverlichting. Elke lamp met een eigen zonnepaneeltje. Er zijn echter op dit moment regelmatig grijze dagen waarop er weinig zon te zien is. En dus is er op die dagen minder stroom beschikbaar.
Één van de vrouwen neemt ons mee naar haar slaapkamer om ons te overtuigen een Mola te kopen. Het geeft ons de gelegenheid om een kijk te hebben op de binnenkant van hun hut. Ze is best wel ruim. Er is een plek waar gekookt wordt, en verder hangen er verschillende hangmatten op. Er staan ook enkele tweepersoonsbedden in dezelfde ruimte. Blijkbaar is privacy toch niet zo belangrijk!
We praten met een leraar uit een lagere school over zijn cultuur. Ontzettend trots vertelt hij over de revolutie en hoe ze heel anders leven dan de ‘andere’ Panamezen. Hoe ze een vreedzaam volk zijn zonder enige criminaliteit. Hoe zijn volk niet gegaan is voor het grote geld en de bouw van een electriciteitscentrale in de bergen op het hun ooit toegewezen landdeel en hoe ze er trots op zijn dat ze hun natuur behouden. Helaas worden ze bevoorraad uit de westerse wereld en is er zelden een systeem voorzien om het plastic en huisafval op te ruimen. En belandt dit dikwijls in zee en op de stranden.
De kinderen spelen in grote groepen samen. In Isla Tigre is er een ‘volleybalterrein’ en wordt er basebal gespeeld. Of worden er zelfgemaakte windvliegers opgelaten. De kleinere kinderen spelen samen met een bal. De baby’s dikwijls op de arm van een groter zusje. Of is het toch een (heel) jonge moeder?
Als ze Dushi zien verspreidt het nieuws over een lieve grote hond die maar al te graag apporteert zich door het dorp. Binnen de kortste keren zijn ze met meer dan tien om zijn balletje voor hem te gooien. Dit zijn hoogdagen voor onze hond! Hij is meer dan ooit onze ijsbreker om meteen contact te hebben met de lokale bevolking ! En dat we dat doen in het beetje Spaans wat we onderweg met Duolinguo hebben geleerd zorgt soms voor hilariteit bij de meisjes, maar vinden wij helemaal niet erg.
Wat is het hartverwarmend als één van de meisjes die haar armpjes naar me uitsteekt en eigenlijk wil opgetild worden door deze wildvreemde, blanke vrouw. Ze steelt net zoals de andere kinderen hier ons hart!
We zijn in vergelijking met de lokale bevolking net reuzen. De locals komen maar net aan onze schouders uit. Qua lengte doen ze niet onder voor de Pygmeeën. Ze zijn echter groot in vriendelijkheid!
De kinderen vragen ons van welk eiland wij wel komen. En hoe we heten. En welke van de drie onze boot is. Want inmiddels reizen we al verschillende dagen met drie boten. Met Aspro, onze Belgische vrienden en Maya een Brits-Duits koppel hebben we een beurtrol wat koken en eten betreft. Dit geeft extra gezelligheid elke avond én bovendien besparen we op deze manier gas!
We varen in Nargana met de dinghy de Rio Diablo op zover we kunnen. Het is er prachtig en rustig. We komen regelmatig mannen met een kano tegen. Die gaan in emmers, vaten en jerrycans drinkwater halen.
Uit respect voor deze mooie mensen gebruik ik vanaf nu hún naam voor deze regio: Guna Yala!
Wauw moet een ervaring geweest zijn.
Guna zien er inderdaad gelukkig uit !
Veel lachende gezichten.