Curaçao
Wanneer zijn we alweer in Curaçao aangekomen? Was het nu 7 weken geleden? Of inmiddels 8? Tijd voor een update !
We vaarden van Bonaire naar Curaçao op 20 juni. We keken even op Klein Curaçao of het mogelijk was om er een nacht te ankeren maar omdat het er zo onrustig lag – heel veel deining – vaarden we meteen door naar Het Spaanse Water.
Het Spaanse Water is een natuurlijke haven even voor Willemstad van bijna 21 km2 groot.Tijdens het orkaanseizoen in de Caraïben komen veel zeilers hiernaartoe omdat je hier buiten de orkaangordel ligt en je van de verzekering niet in orkaangebied mag blijven tijdens de maanden juni, juli, augustus, september en oktober. Bovendien is het hier in Curaçao niet verkeerd om te verblijven.
Gezien Bart al eventjes serieus last heeft van zijn rug, gaan we hier naar de dokter. Een Lumbago bevestigt zij, de Nederlanders noemen het Spit, mijn broers noemen het een bungalow in de rug. Feit is dat Bart er stevig van afziet, niet kan liggen, niet kan zitten, niet kan stappen.
Gelukkig hebben we onder onze vrienden zeilers hier ook een fysiotherapeut die in afwachting van onze eerste afspraak bij de kiné de meeste pijn probeert te verlichten (dankjewel Gerco!) De dokter schrijft vrij zware pijnmedicatie voor. Het is duidelijk dat dit rugprobleem opgelost moet zijn voor we verder varen naar Colombia ! Het is in die mate erg dat Bart er zelfs gedurende enkele dagen en pijnlijke nachten over denkt om de boot te verkopen.
Een kwestie van geduld en ook wel discipline en oefeningen doen zegt men. Wel een voordeel dat iedereen hier in Curaçao naast Papiaments Nederlands spreekt! Zelfs de kiné die eigenlijk uit Argentinië afkomstig is…
Het Papiaments is een bijzonder Creools taaltje met woorden uit het Spaans en Portugees en zelfs enkele woorden die oorspronkelijk uit het Nederlands komen. Één van die woorden die hier op het eiland overal gebruikt worden is Dushi.
In Europa is het not done om zomaar iemand schatje of liefje te noemen. Hier gebeurt het dat in de supermarkt de kassierster of de ober in een restaurant je als Dushi aanspreekt, terwijl dat eigenlijk net dezelfde betekent. Zowel een man als een vrouw kan Dushi genoemd worden. Maar dat wij een hond hebben die die naam heeft, dat vinden de Antillianen toch ook bijzonder !
Zoals overal onderweg is onze hond de perfecte manier om in contact te komen met de lokale bevolking. Ze vinden hem overal bijzonder mooi, groot en super zacht. De straathonden die hier in grote getale voorkomen zijn inderdaad allemaal kortharig en zien er veel gevaarlijker uit.
Dushi is sinds we hier zijn een echte waterrat geworden en zwemt als we naar het strand gaan zonder ophouden gemakkelijk drie kwartier rondjes rondom ons. Af en toe moeten we hem zelfs terugroepen omdat hij hoe langer hoe verder de zee ingaat. Zo mooi om zien!
We kwamen op het strand al twee keer dezelfde jongen tegen met … Jawel een bruine bordercollie. Bovendien is de eigenaar ook Belgisch. Zo in het water is het soms even twijfelen welke van de twee onze hond is.
We worden op het Spaanse Water meteen opgenomen in de lokale en zeer levendige zeil-community. Er wordt hier door enkele zeer ondernemende zeilers vanalles georganiseerd: dat kan gaan van beach barbecues tot diepzee duiken. Op dinsdagavond is er bij Uncle J hamburger avond, op donderdag is er bij The Pier Captains diner. Het maakt dat we al snel weer in contact komen met ‘nieuwe’ mensen, mensen die we tot nu toe nog niet kenden. Dat is wel fijn want een heleboel van de vrienden die we het voorbije jaar leerden kennen zijn inmiddels alweer op de Azoren of zelfs verder, terug onderweg naar België of Nederland.
Samen met de Belgen die hier zijn gingen we naar het feest voor de Belgische nationale feestdag. Dat was dan ook meteen de eerste keer dat we die vierden 😉 maar wel meteen in stijl, met frietjes en Stella Artois. De Belgische consul was afwezig omwille van ziekte, maar de Franse consul kwam wel langs. En dat was een gelukje, want de man heeft naast zijn functie als consul hier op het eiland ook een praktijk als osteopaat. Hij helpt Bart (laat ons hopen definitief) van zijn laatste restje rugklachten af!
We bezoeken in Willemstad het Slavenmuseum. Het is even slikken als je ziet hoe blanke mensen (zowat alle Europeanen) medemensen uit Afrika en Zuid-Amerika hebben uitgebuit én mishandeld in een niet zo heel ver verleden. We waren in Suriname toen net voor nieuwjaar de Nederlandse regering hun excuses aanboden, we zijn hier in Curaçao wanneer er op 2 juli dia Di Bandera ( dag van de vlag) wordt gevierd en er opnieuw excuses worden aangeboden.
We gaan samen met een paar andere zeilboten naar Fuikbaai. Dit is maar 4 mijlen verwijderd van onze ligplaats op het Spaanse water. Het is een lagune waar het heerlijk rustig is. Op werkdagen tenminste, want tijdens het weekend – en dan vooral op zondag namiddag – verandert de baai in een groot feest met veel muziek en ook wel wat drank. Op sommige boten brengen ze hun eigen DJ mee. Rond een uur of vijf keert de rust dan weer stilaan terug. En is de baai weer terug van de vissen.
We huren een autootje, wat het gemakkelijk maakt om ons te verplaatsen. Hoewel, de benaming auto is misschien wat overroepen. Ik vrees dat als je hem stofzuigt de bodem er wel eens zou kunnen uitvallen 😉 Maar hij rijdt en Dushi mag zonder scrupules meerijden, op de achterbank!
We rijden ermee naar het oosten. Helaas moeten we hier vaststellen dat er verschrikkelijk veel afval gewoon in de natuur wordt gegooid. Mensen laten blikjes, flesjes, wegwerpbestek, borden en bakjes gewoon vallen uit hun autovenster. Hier in het oosten zien we zelfs hele hopen bouwafval en afgedankte electrische toestellen liggen. Het is het vuilste eiland waar we al zijn geweest tot nu toe. Er zijn echt SNEL nieuwe wetten en maatregelen nodig om dit te doen stoppen.
We rijden een dagje naar het Westen toe. Hier liggen de mooiste, maar ook drukste stranden van Curaçao. Helaas zijn ze niet toegankelijk voor honden. Gelukkig rijden we naar Santa Martha, waar ook een lagune is. Ze is te ondiep voor zeilboten gelijk de onze, maar wat is het er mooi! En aan de monding vinden we een plek waar Dushi ongestoord zijn gang kan gaan en afkoelen.
We gaan verschillende keren duiken met de andere Cruisers. Deze duiken worden georganiseerd door een Belgisch koppel, Jean-Marc en Karen van de Blowing Bubbles. Zij zijn echt gepassioneerd door het duiken en hadden in België twee Duikshops. Ze geven altijd goeie tips, als het kan zelfs halve biologielessen. En het kost hen geen moeite om ook ons te enthousiasmeren! We doen een eerste nachtduik met hen, wat werkelijk prachtig is. We zien een grote octopus die in een tijdspanne van enkele minuten verschillende keren van kleur verandert. We zien grote krabben en kreeften die op jacht gaan in het donker. En zien hoe het koraal, dat die nacht geslachtsrijp is en zich zal voortplanten, fluorescerend oplicht in het schijnsel van een uv lamp. Naargelang hét moment nadert kleuren ze feller. Je kan bij sommige vrouwelijke koralen ook duidelijk de eitjes zien zitten die wat later zullen vrijkomen op zoek naar de zaadjes van de mannelijke koralen.
Een andere keer, vier dagen na volle maan doen we opnieuw een nachtduik. Deze keer om de Ostracods te zien. Dat zijn minuscule beestjes tussen garnaaltjes en mosselen in. Zij wachten op de vierde of vijfde dag na volle maan, precies drie kwartier na zonsondergang o. Het moet zo donker mogelijk zijn om het spektakel te zien en dus is het wel even spannend. Maar dan plots beginnen er overal kleine lichtjes te fonkelen. In korte verticale streepjes onder elkaar. Vooral in de buurt van de zachte koralen. Heel erg feeëriek ! Nooit gedacht dat ik hier zó van zou genieten!
We volgen ook een basiscursus freediven, duiken maar dan zonder flessen lucht, bij Jean Marc. Niet om spectaculaire diepten van de pro’s te evenaren, maar om bijvoorbeeld onder de boot even iets schoon te maken aan de schroef, of om het anker eens los te gaan maken als dat vast blijkt te zitten. Het is ook fijn om tijdens het snorkelen even naar de bodem te kunnen duiken als je iets van dichterbij wil zien. Met de juiste ademhalingstechniek geraken Bart en ik na de eerste les al 8 meter diep en 15 meter ver. Wonderlijk dat ons lijf dit kan !
Helaas blijft er steevast een deel afval achter. De eerste keer haalde Jean Marc een hele dinghy blikjes en plastic uit het water. Hij verzamelde zelfs een dertigtal zonnebrillen vanop de bodem. Twee weken later deden wij zelf de opruimactie lichtjes over : onze buit bestond uit een vuilzak blikjes en twee hippe zonnebrillen. Alleen jammer dat ze niet op sterkte zijn en ik er dus weinig mee kan zien.
Begin september gaan we beginnen uitkijken naar een goed weather window, een periode waarin de wind en het weer gunstig is om veilig verder te varen naar Colombia. We kijken ernaar uit want de foto’s en berichtjes die we van onze vrienden ontvangen die al in Colombia aangekomen zijn liegen er niet om
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!