Voor we op reis vertrokken, kreeg ik van Christel een boek met als titel ‘Mango’s aan boord’. Bijna elke vrouwelijke vertrekker heeft dit boek gelezen : het is het reisverhaal van een Canadese vrouw die samen met haar man op een zeilboot een ‘rondje Carieb’ maakt. Het verhaal is doorspekt met recepten die ze aan boord klaarmaakt.
Sinds onze oversteek naar Suriname, alweer zeven maanden geleden, eten we vrijwel dagelijks een mango in onze yoghurt ’s ochtends. Langs deze kant van de oceaan heeft zowat iedereen die een tuin heeft een Mangoboom staan. De bomen zijn meestal volgeladen met vruchten, en dikwijls zie je langs de straat de rijpe afgevallen vruchten gewoon liggen.
Op de plek waar ik regelmatig Dushi hier uitlaat staat ook zo’n boom. En gisteren raapte ik er een half emmertje vruchten. Ik had immers al een tijdje in mijn hoofd om eens zelf mango chutney te maken, een bijgerechtje afkomstig uit de indische keuken. Dat is best eenvoudig eigenlijk.
Ingrediënten
250 g mango vruchtvlees – 3 eetlepels citroensap – 4 eetlepels sinaasappelsap – 4 eetlepels wijnazijn – 1/2 rode ui – 1 teentje look – 2 eetlepels geraspte gember – 2 eetlepels rietsuiker – 2 eetlepels honing – 1 koffielepel curry poeder – 1 koffielepel chilipoeder – 1 koffielepel kaneel – 1 koffielepel muskaatnoot
Stoof de fijngesnipperde ui met de look en de gember even aan. Doe hierbij de andere ingrediënten, breng aan de kook en laat hierna op een klein vuurtje gedurende een kwartiertje pruttelen. Zorg dat je regelmatig roert zodat het niet gaat aanbranden.
Schep terwijl de chutney nog heet is in een in heet water afgespoelde bokaal en sluit af. Bewaar de chutney in de koelkast. Zeker na openen : omdat er weinig suiker aan toegevoegd wordt bewaart hij niet zo heel erg lang.