Waarschuwing voor mensen met gevoelige ogen : Deze blog bevat heel veel wit en blauw
Los Roques is een eilandengroep voor Venezuela. Oei, Venezuela? Ook van zeilers kregen we soms deze reactie. En nochtans is het niet onoverkomelijk om vanuit de Caraïben hier naartoe te varen. Natuurlijk moet je bepaalde delen van het land niet aandoen. En neem je beter wat voorzorgsmaatregelen.
Dat deden we dus. Zo vaarden we samen met SV Aspro gedurende twee dagen en nachten. We zorgden ervoor dat we in elkaars directe nabijheid bleven, en hadden afgesproken om geen AIS aan te zetten.
We zeilden een flink aantal mijl uit de kust, om te vermijden dat we in het zicht kwamen van ‘piraten’. En dat bleek effectief : buiten een tanker en een snel voorbij varende vissersboot zagen we niets of niemand.
We werkten hier voor het eerst met een agent om alle officiële papieren in orde te brengen. Hij zorgde ervoor dat we vlot voorbij alle officiële instanties geraakten, zonder dat ze extra zakgeld vroegen. Corruptie bestaat hier helaas.
Om die papieren te regelen moesten we via Gran Roque passeren. Dé stad van deze archipel. Hier rijden geen auto’s en de straten zijn er – zoals nergens hier – verhard. Het witte zand in de straten wordt dagelijks door de bewoners geharkt en ligt er netjes bij. De mooie kleuren van de gebouwen contrasteren met het wit van het zand. Géén optie om hier zonder zonnebril rond te lopen! Je ogen gaan tranen van al dat licht en de kleuren.
We moesten langs bij de coastguard en op het bureau van de dienst immigratie, vlakbij de luchthaven. Jawel, een luchthaven, want Gran Roque is hét plaatsje waar de high level toerist van Venezuela op vakantie komt. Het Knokke van Venezuela, zeg maar.
We kregen ’s avonds bezoek aan boord van de coastguard die een waslijst van informatie nodig hadden, én de vervaldatum van onze vuurpijlen en brandblussers wilden verifiëren. Toen vroegen ze onze EHBO-kit. Bij het zien ervan verstomden ze : we hebben nog onze professionele koffer die in België verplicht is als je chartert. Hij maakte duidelijk indruk. We gaven de mannen twee biertjes mee, en ze vertrokken. Ook dat maakte indruk. Toen we twee dagen later terug bij hen moesten langsgaan voor een extra stempel, kregen we op onze beurt een grote zak met diepgevroren Conchvlees. Regalo (cadeau) van de coastguard, maak dat eens mee! Ik verwerkte ze de eerste avond tot ceviche (limoen, rode ui en rode peper) en de tweede dag samen met wat groenten tot een stoofpotje. Lekker!
Als eerste eilandje bezochten we Crasqui. Hier waren we enkele jaren geleden al eens even geweest met onze vrienden Ton en Dominique en Berry en Petra. Zij kenden er een vissersgezin die ook een klein eettentje uitbaten op het strand, Rancho Agua Clara.
De vriendelijkheid van deze mensen was ons bijgebleven en ik had via facebook contact gehouden met Carola.
We konden die avond bij hun eten : Ze gingen nog wel even wat vis vangen voor ons. Dankzij het Venezolaanse regime en de Amerikaanse boycot is er behoorlijk wat schaarste voor de bevolking. Alleen in Gran Roque zijn er enkele winkeltjes, voor hen supermarkten, voor ons eerder kruideniers. Er zijn wel wat fruit en groenten verkrijgbaar, maar vers vlees is bijvoorbeeld helemaal niet te koop. Ook blikvoeding is amper verkrijgbaar. Vis is er hier gelukkig in overvloed en springt hier en daar zo op uit de zee. Melk is enkel verkrijgbaar in poedervorm of gecondenseerd. In het restaurantje van Eduardo en Carola moet je zelf je drank meenemen.
Maar dat gaf niet, het eten was er bijzonder lekker : oesters uit de mangrove, een ceviche van vis, een Carpaccio van vis en de gegrilde vis smaakten heerlijk. Met wat koolsla en arepa (kroketjes van maïsmeel) erbij was het een koningsmaal!
We spraken met Eduardo af om ’s anderdaags net als enkele jaren terug een rondvaart te doen in het deel van het natuurgebied waar wij met de diepgang van onze zeilboot niet kunnen geraken. Onderweg gaf hij me wat bijles vissen.
Het was buitengewoon indrukwekkend om te zien hoe Emilio zonder duikflessen tot 30 meter diep dook gedurende verschillende minuten. Emilio, een eerder stille man, is op en top een natuurmens. Hij weet als geen ander waar je oesters kan plukken of conch kan vinden. Ook Dushi voelde dit en achtervolgde hem overal. Hij kreeg er dikke knuffels voor terug!
Onze watermakers draaiden op volle toeren : Eduardo had immers te kennen gegeven dat ze een tekort hadden aan water en dat het water wat ze hadden gekocht in Gran Roque niet helemaal zoet was, waardoor ze er na het drinken ervan buikpijn kregen. Voor ons een kleine moeite, voor hen een wereld van verschil!
Zondagochtend werden we wakker door het gekrijs van vogels. De hele dag bleef een zwerm meeuwen samen met enkele pelikanen rond onze boot vissen. Vanuit de kajuit zagen we dat één van de pelikanen op de preekstoel (voorste deel) van de boot zijn uitvalsplek had genomen om te vissen. Mooi om zien hoe ze eerst in zweefvlucht gaan om zich daarna met volle gewicht op hun prooi te storten. Meestal zit er tegen dat moment al een meeuw in de buurt (zelfs tot óp de kop) van de pelikaan in de hoop dat er een stukje vis voor hem over blijft.
Wij brachten bij valavond onze nieuw geleerde technieken in praktijk en haalden op korte tijd drie vissen boven (een tonijntje en twee pargo’s). De filletjes werden gebakken en de restjes werden de dag erna verwerkt tot vissalade voor bij de boterham.
Als tweede eilandje vaarden we naar Sarqui. Hier geen bewoners meer, enkel azuurblauwe zee, een hagelwit strand en heel veel koraalrif. We gingen snorkelen, haalden de floating bar boven en genoten van het strand en het heldere water. Zonnehoeden en shirts met UV bescherming zijn er een must als je even op het strand wil blijven! De zon reflecteert er immers op het heldere water én het witte zand.
In Cayo de Agua lag het water wat onrustiger maar ook hier gingen we snorkelen en genoten we van de gigantische diversiteit van vissen en koralen. Op het land zagen we wat nesten van stormvogels en pelikanen.
Als laatste kozen we ervoor om Aves de Barlovento te bezoeken. Enerzijds omdat we dan in één dag naar Bonaire kunnen varen, anderzijds omdat Bart had gelezen dat het zo mooi was.
De mangrove herbergt er honderden zeevogels, die er elke avond een plekje in de bomen opzoeken. We zagen er oa. ook twee flamingo’s. Buiten de geluiden van de vogels en de golven is het er absoluut stil.
10 dagen vlogen voorbij. En zo zijn we vandaag op weg naar Bonaire : terug de bewoonde wereld in…